37 NEDERLANDS
De resterende acculading controleren
Alleen voor accu’s met indicatorlampjes
►
Fig.2:
1.
Indicatorlampjes
2.
Testknop
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculading te zien. De indicatorlampjes branden gedu
-
rende enkele seconden.
Indicatielampjes
Resterende
capaciteit
Brandt
Uit
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
OPMERKING:
Afhankelijk van de gebruiksomstan
-
digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge-
lijk dat de aangegeven acculading verschilt van de
werkelijke acculading.
Accubeveiligingssysteem
Het gereedschap is uitgerust met een accubeveiligings
-
systeem. Dit systeem sluit automatisch de voeding naar
de motor af om de levensduur van de accu te verlengen.
Het gereedschap kan tijdens gebruik automatisch stop
-
pen wanneer het gereedschap en/of de accu aan één
van de volgende omstandigheden wordt blootgesteld:
Overbelasting:
Als het gereedschap wordt gebruikt op een manier die
een abnormaal hoge stroomsterkte vergt.
Schakel in dat geval het gereedschap uit en stopt u met
de toepassing waardoor het gereedschap overbelast
raakte. Schakel vervolgens het gereedschap in om het
weer te starten.
Als het gereedschap niet start, kan de accu oververhit
zijn. In die situatie laat u de accu eerst afkoelen voordat
u het gereedschap opnieuw inschakelt.
Onvoldoende accuspanning:
De resterende accucapaciteit is te laag en het gereed-
schap start niet. Als u het gereedschap inschakelt,
draait de motor wel maar stopt kort daarna. In dat geval
verwijdert u de accu en laadt u die opnieuw op.
Hoofdschakelaar
WAARSCHUWING:
Zet de hoofdschakelaar
altijd uit indien niet in gebruik.
LET OP:
Wanneer u het gereedschap draagt,
zet u de hoofdschakelaar uit.
Anders kan door per
ongeluk inknijpen van de trekkerschakelaar letsel
worden veroorzaakt.
►
Fig.3:
1.
Hoofdschakelaar
Om het gereedschap in te schakelen, drukt u op de
hoofdschakelaar. Om het gereedschap uit te schakelen,
drukt u nogmaals op de hoofdschakelaar.
OPMERKING:
Dit gereedschap maakt gebruik van
de automatische uitschakelfunctie. Om onbedoeld
starten te voorkomen, wordt de hoofdschakelaar
automatisch uitgeschakeld wanneer de trekkerscha-
kelaar niet is ingeknepen gedurende een bepaalde
tijdsduur nadat de hoofdschakelaar is ingeschakeld.
De trekkerschakelaar gebruiken
WAARSCHUWING:
Alvorens de accu in het
gereedschap te plaatsen, moet u altijd controle
-
ren of de trekkerschakelaar goed werkt en bij het
loslaten terugkeert naar de stand “OFF”.
►
Fig.4:
1.
Trekkerschakelaar
Om het gereedschap te starten, knijpt u gewoon de
trekkerschakelaar in. Laat de trekkerschakelaar los om
te stoppen.
Drukmeter
►
Fig.5:
1.
Eenheid-knop
2.
Min-knop
3.
Plus-knop
Als het voorwerp dat moet worden opgepompt is aange
-
sloten op het gereedschap, wordt de luchtdruk van het
voorwerp weergegeven op de drukmeter zodra u het
gereedschap inschakelt. Als niets is aangesloten op het
gereedschap, geeft de drukmeter “0” aan.
U kunt de luchtdruk instellen op de drukmeter. Om de
eenheid te veranderen, drukt u op de eenheid-knop. Om
de luchtdruk te verhogen, drukt u op de plus-knop. Om
de luchtdruk te verlagen, drukt u op de min-knop. U kunt
de drukwaarde instellen tussen 20 kPa en 830 kPa.
De lamp op de voorkant gebruiken
►
Fig.6:
1.
Lamp
2.
Hoofdschakelaar
LET OP:
Kijk niet direct in het lamplicht of in
de lichtbron.
Wanneer u het gereedschap inschakelt door op de
hoofdschakelaar te drukken, gaat de lamp branden.
Wanneer u het gereedschap uitschakelt door op de
hoofdschakelaar te drukken, gaat de lamp uit.
KENNISGEVING:
Wanneer het gereedschap
oververhit is, knippert de lamp. Laat het gereed
-
schap afkoelen voordat u het weer gebruikt.
OPMERKING:
Gebruik een droge doek om vuil van
de lens van de lamp af te vegen. Wees voorzichtig
dat u de lens van de lamp niet bekrast omdat dan de
verlichting minder wordt.
De adapter opbergen
►
Fig.7:
1.
Sportbalnaald
2.
Presta-ventieladapter
3.
Adapterhouder
De adapters kunnen worden opgeborgen in de adapterhouder
van het gereedschap. Steek de sportbalnaald in de Presta-
ventieladapter voordat u ze in de adapterhouder bevestigt.
De slang opbergen
►
Fig.8:
1.
Slanghouder
2.
Slang
De slang kan worden opgeborgen in de slanghouder
van het gereedschap.