26
Snelheidsregelknop (Fig. 3)
De draaisnelheid kan worden veranderd door de snel-
heidsregelknop in te stellen op een van de cijfers 1 tot 5.
Het toerental verhoogt wanneer u de knop in de richting
van het cijfer 5 draait, en verlaagt wanneer u hem in de
richting van het cijfer 1 draait.
De onderstaande tabel toont de verhouding tussen de
cijferinstellingen op de knop en het approximatieve toe-
rental.
010530
LET OP:
• Als het gereedschap voor lange tijd doorlopend met
lage snelheid wordt gebruikt, zal de motor overbelast
en oververhit worden.
• De snelheidsregelknop kan niet verder dan 5 en niet
verder terug dan 1 worden gedraaid. Forceer de knop
niet voorbij de cijfers 5 of 1, omdat de snelheidsre-
gelfunctie daardoor ontregeld kan raken.
Elektronische functie
Elektronische regeling van constante snelheid
Het gereedschap verzekert een nauwkeurige afwerking,
omdat de draaisnelheid ook bij belast gebruik constant
wordt gehouden.
Zacht starten
De schok bij het opstarten wordt onderdrukt zodat het
gereedschap zacht start.
Beveiliging tegen overbelasting
Wanneer de toelaatbare belasting van het gereedschap
wordt overschreden, stopt het gereedschap automatisch
om de motor en de schijf te beschermen. Zodra de belas-
ting tot het toelaatbare niveau is gedaald, kan het
gereedschap weer automatisch worden gestart.
Openen of sluiten van de watertoevoerhendel
(Fig. 4)
Om het waterkanaal te openen draait u de watertoevoer-
hendel op het gereedschap naar de positie “A”. Draai de
hendel terug naar de positie “B” om de watertoevoer af te
sluiten.
INEENZETTEN
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en zijn
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens enig
werk aan het gereedschap uit te voeren.
Aanbrengen van de zijhandgreep (handvat)
LET OP:
• Zorg altijd dat de zijhandgreep stevig bevestigd is alvo-
rens het gereedschap te gebruiken.
Schroef de zijhandgreep stevig vast op het gereedschap,
zoals afgebeeld.
(Fig. 5)
Aanbrengen of verwijderen van de schuurschijf
(Fig. 6 en 7)
Verwijder alle vuil of verontreinigingen van de steunschijf.
Druk de asvergrendeling in en schroef de steunschijf op
de as.
Monteer de schuurschijf voorzichtig op de steunschijf
zodat de randen van de schuurschijf en de steunschijf
precies met elkaar overeenkomen en niet uitsteken.
Om de schuurschijf te verwijderen, trekt u de rand van de
schuurschijf weg van de steunschijf.
BEDIENING
Polijsten (Fig. 8)
WAARSCHUWING:
• Om het gevaar voor elektrische schok te verminderen,
dient u het systeem voor watertoevoer naar het
gereedschap te controleren om er zeker van te zijn dat
de afdichtingen (O-ringen) of slangen niet beschadigd
zijn. Een beschadigd watertoevoersysteem kan leiden
tot abnormale watertoevoer naar het gereedschap, het-
geen gevaarlijk kan zijn.
LET OP:
• Draag tijdens het werk altijd een veiligheidsbril of een
beschermingsmasker.
• Schakel het gereedschap nooit in terwijl het in aanra-
king is met het werkstuk. Dit kan namelijk verwonding
van de gebruiker veroorzaken.
• Gebruik het gereedschap nooit zonder dat een schuur-
schijf erop is gemonteerd. Als u dit doet, kan de steun-
schijf ernstig beschadigd raken.
• Zorg voor voldoende watertoevoer naar de schuurschijf
tijdens de werking. Als u dat nalaat, kan het gereed-
schap defect raken.
• De maximaal toegestane watertoevoerdruk is 7 bar.
Zorg dat de kraan dicht is. Sluit de slang aan op het
gereedschap. Controleer of er water wordt toegevoerd
wanneer de watertoevoerhendel geopend is.
Houd het gereedschap goed vast. Schakel het gereed-
schap in en zet daarna de schuurschijf op het werkstuk.
Oefen alleen lichte druk uit. Overmatige druk zal leiden
tot slechte prestaties en vroegtijdige slijtage van de
schuurschijf.
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en zijn
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens te
beginnen met inspectie- of onderhoudswerkzaamhe-
den.
• Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol en
dergelijke. Hierdoor kunnen verkleuring, vervormingen
en barsten worden veroorzaakt.
Houd het gereedschap en zijn ventilatieopeningen altijd
schoon. Reinig regelmatig de ventilatieopeningen van
het gereedschap, vooral wanneer deze geblokkeerd
beginnen te raken.
(Fig. 9)
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
inspectie en vervanging van de koolborstels, en alle
andere onderhoudswerkzaamheden of afstellingen te
worden uitgevoerd bij een erkend Makita servicecentrum
of fabriekscentrum, en altijd met gebruik van originele
Makita vervangingsonderdelen.
Cijfer
RPM (/min)
1
2 000
2
2 500
3
3 000
4
3 500
5
4 400