49
b)
Als het gebruik van een beschermkap wordt
aanbevolen voor draadborstelen, zorgt u
ervoor dat de draadschijf of draadborstel niet
in aanraking komt met de beschermkap.
De
draadschijf of draadborstel kan in diameter
toenemen als gevolg van de werkbelasting en
centrifugale krachten.
Aanvullende veiligheidswaarschuwingen:
17. Bij gebruik van een slijpschijf met een verzonken
middengat, mag u uitsluitend met glasvezel
versterkte schijven gebruiken.
18. GEBRUIK NOOIT een stenen komschijf op deze
slijpmachine.
Deze slijpmachine is niet ontworpen
voor dit type schijven en het gebruik ervan kan
leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
19. Let erop dat u de as, de flens (met name de
montagekant) en de borgmoer niet beschadigt.
Als deze onderdelen beschadigd raken, kan de
schijf breken.
20. Zorg ervoor dat de schijf niet in aanraking is met
het werkstuk voordat u het gereedschap hebt
ingeschakeld.
21. Laat gereedschap een tijdje draaien voordat u
het op het werkstuk gaat gebruiken. Controleer
op trillingen of schommelingen die op onjuiste
montage of een slecht uitgebalanceerd schijf
kunnen wijzen.
22. Gebruik de aangegeven kant van de schijf om
mee te slijpen.
23. Laat het gereedschap niet ingeschakeld liggen.
Bedien het gereedschap alleen wanneer u het
vasthoudt.
24. Raak het werkstuk niet onmiddellijk na gebruik
aan. Deze kan bijzonder heet zijn en
brandwonden op uw huid veroorzaken.
25. Volg de instructies van de fabrikant voor het
juist monteren en gebruiken van de schijven
zorgvuldig op. Behandel de schijven voorzichtig
en berg deze met zorg op.
26. Gebruik geen afzonderlijke verloopmoffen of
adapters om schuurschijven met een groot
asgat aan dit gereedschap aan te passen.
27. Gebruik uitsluitend flenzen die voor dit
gereedschap zijn bestemd.
28. Voor gereedschap waarop schijven met een
geschroefd asgat dienen gemonteerd te worden,
moet u ervoor zorgen dat de schroefdraad in de
schijf lang genoeg zodat de as helemaal erin
gaat.
29. Zorg ervoor dat het werkstuk goed ondersteund
is.
30. Houd er rekening mee dat de schijf nog een tijdje
blijft draaien nadat het gereedschap is
uitgeschakeld.
31. Indien de werkplaats uiterst warm en vochtig is,
of erg verontreinigd is door geleidend stof,
gebruik dan een stroomonderbreker (30 mA) om
de veiligheid van de gebruiker te verzekeren.
32. Gebruik het gereedschap niet op materialen die
asbest bevatten.
33. Wanneer u een doorslijpschijf gebruikt, dient u
altijd te werken met de stofvangbeschermkap
die door de plaatselijke overheid wordt
voorgeschreven.
34. Doorslijpschijven mogen niet aan zijwaartse
druk worden blootgesteld.
35. Draag geen stoffen werkhandschoenen tijdens
gebruik van dit gereedschap.
Vezels van stoffen
handschoenen kunnen binnendringen in het
gereedschap waardoor het gereedschap defect kan
raken.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING:
Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van
comfort en bekendheid met het gereedschap (na
veelvuldig gebruik) en neem alle
veiligheidsvoorschriften van het betreffende
gereedschap altijd strikt in acht. VERKEERD
GEBRUIK of het niet naleven van de
veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing
kan leiden tot ernstige verwondingen.
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens de
functies op het gereedschap te controleren of af te
stellen.
Asvergrendeling (Fig. 1)
LET OP:
• Schakel nooit de asvergrendeling in terwijl de as nog
draait. Dat kan het apparaat beschadigen.
Druk de asvergrendeling in om te voorkomen dat de as
wegdraait wanneer u accessoires aanbrengt of
verwijdert.
Schakelaarwerking (Fig. 2)
LET OP:
• Controleer altijd, voordat u de stekker in het
stopcontact steekt, of de schuifschakelaar op de juiste
manier schakelt en terugkeert naar de “UIT” stand
wanneer u op de achterkant van de schuifschakelaar
drukt.
• De schakelaar kan in de “AAN”-stand vergrendeld
worden, hetgeen bij langdurig gebruik comfortabeler
werkt. Wees extra voorzichtig wanneer u de schakelaar
in de “AAN”-stand vergrendelt en houd het
gereedschap altijd stevig vast.
Om het gereedschap te starten, schuift u de
schuifschakelaar naar de “I (AAN)”-stand door op de
achterkant van de schuifschakelaar te drukken. Voor
continu gebruik drukt u de voorkant van de
schuifschakelaar in, om die te vergrendelen.
Om het gereedschap te stoppen drukt u op de achterkant
van de schuifschakelaar en schuift u die naar de “O
(UIT)”-stand.
Verklikkerlampje (Fig. 3)
Het verklikkerlampje licht groen op wanneer het
gereedschap van stroom wordt voorzien. Als het
verklikkerlampje niet oplicht, kan er iets mis zijn met het
netsnoer of met de regeleenheid. Als het
verklikkerlampje wel oplicht maar het gereedschap niet
start na inschakelen van het apparaat, dan kunnen de
koolborstels versleten zijn of de regeleenheid, de motor
of de AAN/UIT-schakelaar defect zijn.