52
• Gebruik dit gereedschap NOOIT met houtzagen en
andere zaagbladen. Zulke zaagbladen op een
slijpmachine leiden vaak tot terugslag of verlies van
controle over het gereedschap, met grote kans op
letsel.
LET OP:
• Schakel nooit het gereedschap in terwijl dat het
werkstuk al raakt, want dat kan leiden tot
verwondingen.
• Draag tijdens het werk altijd een veiligheidsbril of
gezichtsmasker.
• Schakel na het werk altijd het gereedschap uit en
wacht tot de schijf helemaal tot stilstand is gekomen,
voordat u het gereedschap neerlegt.
Bediening voor slijpen en schuren (Fig. 24)
Houd het gereedschap ALTIJD stevig vast met één hand
aan de behuizing en de andere aan de zijhandgreep.
Raak de metalen delen niet aan. Schakel het
gereedschap in en laat dan pas het wiel of de schijf tegen
uw werkstuk aan komen.
Gewoonlijk laat u de rand van het wiel of de schijf een
hoek van ongeveer 15° met het oppervlak van uw
werkstuk maken.
Tijdens het inwerken met een nieuw wiel mag u de
slijpmachine niet in richting B laten bewegen, anders kan
het zich in uw werkstuk “invreten”. Pas wanneer de rand
van het wiel al door slijtage is afgerond, mag u het wiel in
beide richtingen, A en B, gebruiken.
Bediening met een doorslijpwiel / diamantschijf
(optioneel accessoire) (Fig. 25)
De richting voor het aanbrengen van de borgmoer en de
binnenflens is afhankelijk van de wieldikte.
Zie de onderstaande tabel.
011644
WAARSCHUWING:
• Bij gebruik van een doorslijpwiel / diamantschijf mag u
alleen de speciale beschermkap gebruiken, die
ontworpen is voor gebruik met doorslijpwielen. (In
sommige Europese landen kan bij gebruik van een
diamantslijpschijf worden volstaan met de gewone
beschermkap. Volg de voorschriften die in uw land
gelden.)
• Gebruik NOOIT een doorslijpwiel voor zijwaarts slijpen.
• Laat de schijf niet vastlopen en oefen er niet teveel
druk op uit. Probeer niet een buitensporig diepe snede
te slijpen. Een te grote kracht op de schijf verhoogt de
belasting en de kans dat de schijf in de snede verdraait
of vastloopt, waardoor terugslag kan optreden, de
schijf kan breken of de motor oververhit kan raken.
• Begin niet met slijpen terwijl de schijf al in aanraking is
met het werkstuk. Wacht totdat het wiel op volle
snelheid is gekomen en breng het voorzichtig in de
snede terwijl u het gereedschap voorwaarts beweegt
over uw werkstuk. Als het elektrisch gereedschap
wordt gestart terwijl de schijf al in het werkstuk steekt,
kan de schijf vastlopen, omhoog lopen of terugslaan.
• Verander tijdens het doorslijpen nooit de stand of hoek
van het wiel. Als er zijwaartse druk op een doorslijpwiel
komt te staan (zoals bij vlakslijpen), kan het wiel
barsten en breken, met kans op ernstig lichamelijk
letsel.
• Een diamantschijf moet altijd haaks worden gebruikt op
het materiaal waarin u snijdt.
Bediening met een komvormige draadborstel
(optioneel accessoire) (Fig. 26)
LET OP:
• Controleer de werking van de draadborstel door het
gereedschap eerst onbelast te laten draaien en zorg
dat er niemand vóór of direct naast de borstel is.
• Gebruik nooit een draadborstel die beschadigd of niet
goed in evenwicht is. Het gebruik van een beschadigde
borstel kan leiden tot kans op verwonding door contact
met afgebroken borsteldraden.
Trek de stekker los en plaats het gereedschap
ondersteboven zodat de as goed toegankelijk is.
Verwijder alle accessoires van de as. Draai de
draadborstel op de as en zet deze vast met de
bijgeleverde sleutel. Bij gebruik van een draadborstel
mag u niet zo veel kracht zetten dat de draden overmatig
buigen, anders kunnen ze voortijdig afbreken.
1
2
3
1
4
3
Doorslijpwiel Diamantschijf
Dikte: Minder dan 4 mm (5/32")
Dikte: 4 mm (5/32") of meer
Dikte: Minder dan 4 mm (5/32")
Dikte: 4 mm (5/32") of meer
22,23 mm (7/8")
22,23 mm (7/8")
22,23 mm (7/8")
22,23 mm (7/8")
1. Borgmoer
2. Doorslijpwiel
3. Binnenflens
4. Diamantschijf