22
5.
Voorkom kortsluiting van de accu:
(1) Raak de accuklemmen nooit aan met een
geleidend materiaal.
(2) Bewaar de accu niet in een bak waarin
andere metalen voorwerpen zoals spijkers,
munten e.d. worden bewaard.
(3) Stel de accu niet bloot aan water of regen.
Kortsluiting van de accu kan oorzaak zijn van
een grote stroomafgifte, oververhitting,
brandwonden, en zelfs defecten.
6.
Bewaar het gereedschap en de accu niet op
plaatsen waar de temperatuur kan oplopen tot
50°C of hoger.
7.
Werp de accu nooit in het vuur, ook niet wanneer
hij zwaar beschadigd of volledig versleten is. De
accu kan namelijk ontploffen in het vuur.
8.
Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen
en hem niet blootstelt aan schokken of stoten.
9.
Gebruik nooit een beschadigde accu.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
Tips voor een maximale levensduur van de accu
1.
Laad de accu op voordat hij volledig ontladen is.
Stop het gebruik van het gereedschap en laad de
accu op telkens wanneer u vaststelt dat het
vermogen van het gereedschap is afgenomen.
2.
Laad een volledig opgeladen accu nooit opnieuw
op.
Als u de accu te veel oplaadt, zal hij minder lang
meegaan.
3.
Laad de accu op bij een kamertemperatuur
tussen 10°C en 40°C. Laat een warme accu
afkoelen alvorens hem op te laden.
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
accu ervan is verwijderd alvorens de functies op het
gereedschap af te stellen of te controleren.
Aanbrengen en verwijderen van de accu (Fig. 1)
LET OP:
• Schakel altijd het gereedschap uit voordat u de accu
aanbrengt of verwijdert.
• Houd het gereedschap en de accu stevig vast wanneer
u de accu aanbrengt of verwijdert. Als u het
gereedschap en de accu niet stevig vasthoudt, zou er
iets uit uw handen kunnen glippen, met gevaar voor
schade aan het gereedschap of de accu en eventuele
verwonding.
Om de accu te verwijderen, schuift u deze uit het
gereedschap los terwijl u de knop voorop de accu
ingedrukt houdt.
Voor het aanbrengen van de accu plaatst u de tong van
de accu in de groef van de behuizing en schuift u de
accu op zijn plaats. Schuif de accu er altijd volledig in
totdat die op zijn plaats vast klikt. Wanneer de rode
indicator op de bovenkant van de knop nog zichtbaar is,
zit de accu niet volledig erin.
LET OP:
• Schuif de accu volledig erin totdat de rode indicator niet
meer zichtbaar is. Als u dit nalaat, zou de accu uit het
gereedschap kunnen vallen en uzelf of anderen
kunnen verwonden.
• Druk de accu er niet met kracht in. Als de accu er niet
soepel in gaat, houdt u die waarschijnlijk in de
verkeerde stand.
Accubeveiligingssysteem
Dit gereedschap is voorzien van een
accubeveiligingssysteem. Dat kan automatisch de
stroomtoevoer naar de motor afsluiten om de levensduur
van de accu te verlengen.
Het gereedschap kan tijdens gebruik automatisch
stoppen wanneer het gereedschap en/of de accu aan
één van de volgende omstandigheden wordt
blootgesteld:
• Overbelasting:
Als het gereedschap wordt gebruikt op een manier die
een abnormaal hoge stroomsterkte vergt.
In dit geval laat u de trekkerschakelaar van het
gereedschap los en verhelpt u de oorzaak van de
overbelasting nadat het werktuig gestopt is. Vervolgens
drukt u de trekkerschakelaar opnieuw in om weer te
starten.
Als het gereedschap niet start, kan de accu oververhit
zijn. In dit geval laat u eerst de accu afkoelen voordat u
de trekkerschakelaar weer indrukt.
• Onvoldoende accuspanning:
Als de resterende accuspanning onvoldoende is, zal
het gereedschap niet starten. Als u de
trekkerschakelaar indrukt, gaat de motor weer draaien,
maar zal al gauw weer stoppen. In dat geval verwijdert
u de accu en laadt u die opnieuw op.
Schakelaarwerking (Fig. 2)
LET OP:
• Controleer voordat u de accu in het gereedschap
plaatst altijd eerst of de trekkerschakelaar goed werkt
en bij loslaten direct naar de “OFF” stand terugkeert.
Om het gereedschap te starten, drukt u enkel de
trekkerschakelaar in. U kunt de snelheid van het
gereedschap verhogen door de trekkerschakelaar harder
in te drukken. Laat de trekkerschakelaar los om te
stoppen.
Aandoen van de lamp (Fig. 3)
LET OP:
• Kijk niet recht in het lamplicht of de lichtbron.
Druk de trekkerschakelaar in zodat de lamp gaat
branden. De lamp blijft branden zolang u de
trekkerschakelaar ingedrukt houdt. De lamp dooft direct
nadat u de trekkerschakelaar loslaat.
OPMERKING:
• Als het lensje van de lamp vuil is, veegt u dat schoon
met een droge doek. Let op dat u geen krassen maakt
op het lensglas van de lamp, want dat kan het licht
belemmeren.
Werking van de omkeerschakelaar (Fig. 4)
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen van de draairichting. Druk de
omkeerschakelaar in vanaf kant A voor rechtse,
kloksgewijze draairichting, of vanaf kant B voor linkse
draairichting.
Wanneer de omkeerschakelaar in de neutrale stand
staat, kan de trekkerschakelaar niet worden ingedrukt.