77 NEDERLANDS
Als het hout onder spanning staat, zaagt u eerst de kant
met de drukkracht (A). Maak de eindzaagsnede aan de
kant met de trekkracht (B). Hiermee voorkomt u dat het
zaagblad bekneld raakt.
►
Fig.30
Takken afzagen
LET OP:
Takken afzagen mag uitsluitend
worden uitgevoerd door getrainde personen.
Door
het risico van terugslag kan een gevaarlijke situatie
ontstaan.
Steun bij het afzagen van takken de kettingzaag zo
mogelijk af op de boomstam. Zaag niet met de punt
van het zaagblad omdat hierdoor de kans op terugslag
ontstaat.
Let met name goed op bij takken die onder spanning
staan. Zaag geen takken vanaf de onderkant als deze
niet worden ondersteund.
Ga bij het afzagen van takken niet bovenop de omge
-
zaagde boomstam staan.
Inzagen en in de richting van de
houtnerf zagen
LET OP:
Inzagen en in de richting van de
houtnerf zagen mag uitsluitend worden uitge-
voerd door personen met speciale training.
Het
risico van terugslag vormt een kans op letsel.
Bij zagen in de richting van de houtnerf houdt u het
zaagblad onder een zo klein mogelijke hoek. Voer het
zagen extra voorzichtig uit, want de getande kam kan
niet worden gebruikt.
►
Fig.31
Omzagen
LET OP:
Omzagen mag uitsluitend worden
uitgevoerd door getrainde personen.
Het werk is
gevaarlijk.
Houd u aan de plaatselijke regelgeving als u een boom
wilt omzagen.
►
Fig.32:
1.
Werkgebied bij omzagen
— Voordat u met het omzagen begint, controleert u
de volgende punten:
•
Uitsluitend de personen die betrokken zijn
bij het omzagen mogen zich in de buurt
bevinden.
•
Iedere betrokken persoon moet een onge-
hinderde vluchtroute hebben door een
gebied van ongeveer 45° aan weerskanten
van de vallijn. Let op het risico van struikelen
over elektrische snoeren.
•
De voet van de stam moet vrij zijn van
vreemde voorwerpen, wortels en takken.
•
Binnen een afstand van 2 1/2 keer de lengte
van de boom mogen zich geen personen of
voorwerpen bevinden in de richting waarin
de boom zal vallen.
— Let voor elke boom op de volgende punten:
•
De richting waarin de boom overhelt;
•
Losse of droge takken;
•
Hoogte van de boom;
•
Natuurlijke overhang;
•
Of de boom verrot is of niet.
— Houd rekening met de windsnelheid en -richting.
Zaag geen bomen om als er sterke windstoten
zijn.
— Afkorten van worteluitwassen: Begin met de groot-
ste uitwassen. Maak eerst de verticale zaagsnede
en daarna de horizontale zaagsnede.
— Ga aan de zijkant van de vallende boom staan.
Houd aan de achterkant van de vallende boom
een gebied vrij met een hoek van 45° aan weers
-
kanten van de vallijn (zie de afbeelding “werkge
-
bied bij omzagen”). Let goed op vallende takken.
— U dient een vluchtroute te plannen en eventueel
vrij te maken voordat u met het zagen begint.
De vluchtroute moet diagonaal naar achteren
lopen weg van de vallijn, zoals aangegeven in de
afbeelding.
►
Fig.33:
1.
Valrichting
2.
Gevarenzone
3.
Vluchtroute
Volg bij het omzagen van bomen de onderstaande
procedure:
1.
Maak een inkeping zo dicht mogelijk bij de
grond. Maak eerst de horizontale zaagsnede tot een
diepte van 1/5 tot 1/3 van de stamdiameter. Maak de
inkeping niet te groot. Maak vervolgens de diagonale
zaagsnede.
►
Fig.34
OPMERKING:
De inkeping bepaalt de richting waarin
de boom valt en begeleidt de val. De inkeping wordt
gemaakt aan de kant waarheen de boom moet vallen.
2.
Maak de zaagsnede aan de achterkant iets hoger
dan de horizontale zaagsnede van de inkeping. De
zaagsnede aan de achterkant moet precies horizontaal
zijn. Laat ongeveer 1/10 van de stamdiameter over
tussen de zaagsnede aan de achterkant en de inkeping.
De houtvezels in het niet-doorgezaagde deel van de
stam werken als een scharnier. Plaats op tijd wiggen in
de zaagsnede aan de achterkant.
►
Fig.35
WAARSCHUWING:
Zaag onder geen beding
de volledige diameter van de stam door.
De boom
zal dan ongecontroleerd vallen.
KENNISGEVING:
Alleen kunststof- of alumini-
umwiggen mogen worden gebruikt om de achter-
kant open te houden. IJzeren wiggen mogen niet
worden gebruikt.
Het gereedschap dragen
Alvorens het gereedschap te dragen, trekt u altijd de
kettingrem aan en haalt u de accu van het gereedschap
af. Breng vervolgens de zaagbladschede aan. Plaats
ook het accudeksel op de accu.
►
Fig.36:
1.
Zaagbladschede
2.
Accudeksel
Summary of Contents for UC014G
Page 2: ...2 Fig 1 1 2 3 4 5 6 11 13 15 12 9 14 16 7 8 10 Fig 2 ...
Page 3: ...3 1 1 2 3 Fig 3 1 2 Fig 4 1 2 Fig 5 1 2 Fig 6 2 3 1 2 3 1 Fig 7 1 Fig 8 ...
Page 4: ...4 1 Fig 9 1 2 Fig 10 1 Fig 11 1 Fig 12 2 1 Fig 13 2 1 3 Fig 14 1 2 Fig 15 ...
Page 5: ...5 1 Fig 16 1 Fig 17 1 2 Fig 18 1 Fig 19 1 2 Fig 20 2 3 1 Fig 21 1 2 Fig 22 ...
Page 6: ...6 1 2 3 Fig 23 1 2 Fig 24 Fig 25 Fig 26 Fig 27 Fig 28 Fig 29 ...
Page 8: ...8 30 30 55 55 Fig 38 1 2 Fig 39 30 1 5 1 Fig 40 Fig 41 Fig 42 Fig 43 1 2 Fig 44 1 2 Fig 45 ...
Page 9: ...9 1 2 Fig 46 ...
Page 153: ...153 ...
Page 154: ...154 ...
Page 155: ...155 ...