49 NEDERLANDS
5.
Als het snijgarnituur tegen een voorwerp
stoot, of het gereedschap een ongebruikelijk
geluid begint te maken, schakelt u het gereed-
schap onmiddellijk uit, verwijdert u de accu
en laat u het gereedschap tot stilstand komen.
Voer daarna de volgende stappen uit:
•
Inspecteer op beschadigingen.
•
Controleer op loszittende onderdelen en
zet die goed vast.
•
Laat alle beschadigde onderdelen
repareren of vervangen door originele
vervangingsonderdelen.
6.
Gebruik het gereedschap uitsluitend voor het
beoogde doel. Gebruik het gereedschap niet
voor enig ander doel.
7.
Schakel het gereedschap uit en verwijder de
accu alvorens:
•
te reinigen of een verstopping op te
heffen,
•
te controleren, onderhoud uit te voeren of
te werken aan het gereedschap,
•
de werkstand van de messenbladen af te
stellen,
•
het gereedschap onbeheerd achter te
laten.
8.
Verzeker u ervan dat het gereedschap cor-
rect is vastgezet in een daarvoor bedoelde
werkstand voordat u het gereedschap start.
9.
Bedien het gereedschap niet wanneer de mes-
senbladen beschadigd of sterk gesleten zijn.
10.
Let altijd goed op uw omgeving en wees
bedacht op mogelijke gevaren waarvan u zich
mogelijk niet bewust bent vanwege het geluid
van het gereedschap.
11.
Wees voorzichtig niet per ongeluk een meta-
len afrastering of andere harde voorwerpen
te raken tijdens het gebruik.
De bladen zullen
breken en kunnen ernstig letsel veroorzaken.
12.
Voorkom onbedoeld starten. Draag het gereed-
schap niet terwijl de accu is aangebracht met
uw vinger op de schakelaar. Verzeker u ervan
dat de schakelaar uit staat voordat u de accu
aanbrengt.
13.
Pak de blote messenbladen of snijranden niet
vast wanneer u het gereedschap oppakt of
vasthoudt.
14.
Forceer het gereedschap niet.
Het gereedschap
werkt beter en met een kleinere kans op letsel op
de manier waarvoor het is ontworpen.
15.
Gebruik het gereedschap niet in de regen of
onder natte of zeer vochtige omstandigheden.
De elektromotor is niet waterdicht.
16.
Houd tijdens het gebruik het gereedschap
stevig vast.
17.
Laat het gereedschap niet onnodig onbelast
draaien.
18.
Alvorens de messenbladen te controleren, sto-
ringen te verhelpen of vastgelopen vreemde
voorwerpen uit de messenbladen te verwijde-
ren, schakelt u het gereedschap altijd uit en
verwijdert u de accu.
19.
Richt de messenbladen nooit op uzelf of
anderen.
20.
Als de messenbladen tijdens gebruik stoppen
met bewegen doordat vreemde voorwerpen
verstrikt geraakt zijn tussen de messenbladen,
schakelt u het gereedschap uit en verwijdert
u de accu, en verwijdert u vervolgens de
vreemde voorwerpen met behulp van gereed-
schappen, zoals een tang.
Als u de vreemde
voorwerpen met de hand verwijdert, kan dat leiden
tot letsel omdat de messenbladen kunnen gaan
bewegen als reactie op het verwijderen van de
vreemde voorwerpen.
Elektrische veiligheid en accu
1.
Vermijd gevaarlijke omgevingen. Gebruik het
gereedschap niet op vochtige of natte plaatsen
en stel het niet bloot aan regen.
Als water bin-
nendringt in het gereedschap, wordt de kans op
een elektrische schok groter.
2.
Werp de accu(’s) niet in een vuur.
De accu kan
exploderen. Raadpleeg de lokale regelgeving voor
mogelijke speciale verwerkingsvereisten.
3.
Open of vervorm de accu(’s) niet.
Het elektrolyt
is agressief en kan letsel toebrengen aan de ogen
en huid. Het kan giftig zijn bij inslikken.
4.
Laad de accu niet op in de regen of op een
natte plaats.
5.
Laad de accu niet buitenshuis op.
6.
Raak de lader, inclusief de stekker en de con-
tacten van de lader, niet met natte handen aan.
Onderhoud en opbergen
1.
Wanneer het gereedschap wordt stilgezet voor
onderhoud, inspectie of opslag, schakelt u het
gereedschap uit, verwijdert u de accu en ver-
zekert u zich ervan dat alle bewegende delen
tot stilstand zijn gekomen. Laat het gereed-
schap afkoelen alvorens enige inspectie, enz.
uit te voeren.
2.
Laat het gereedschap altijd eerst afkoelen
voordat u hem opbergt.
3.
Als het gereedschap niet wordt gebruikt,
bevestigt u de schede op het gereedschap
en bergt u het gereedschap binnen op op een
droge, hoge of afgesloten plaats, buiten het
bereik van kinderen.
4.
Onderhoud het gereedschap goed. Houd de
snijranden scherp en schoon voor de beste
prestaties en om de kans op letsel te verklei-
nen. Volg de instructies voor het smeren en
het vervangen van accessoires. Houd de hand-
grepen droog, schoon en vrij van olie en vet.
5.
Controleer beschadigde onderdelen. Zonder
het gereedschap verder te gebruiken, moet
elk onderdeel dat beschadigd is eerst goed
worden onderzocht om te beoordelen of het
goed zal werken en zijn beoogde functie kan
uitvoeren. Controleer of bewegende delen
goed uitgelijnd zijn en niet vastgelopen zijn,
of onderdelen niet kapot zijn en stevig gemon-
teerd zijn, en enige andere situatie die van
invloed kan zijn op de werking van het gereed-
schap.
Een beschermkap of ander onderdeel dat
is beschadigd, dient deugdelijk te worden gere
-
pareerd of te worden vervangen door uw erkende
servicecentrum.
Summary of Contents for UN460WDZX1
Page 2: ...1 3 5 6 7 8 10 9 4 2 Fig 1 1 2 3 Fig 2 1 2 Fig 3 1 2 Fig 4 1 2 Fig 5 1 Fig 6 1 2 Fig 7 2 ...
Page 3: ...1 Fig 8 1 Fig 9 1 2 Fig 10 1 2 3 4 Fig 11 1 2 Fig 12 1 Fig 13 1 Fig 14 3 ...
Page 4: ...1 Fig 15 1 Fig 16 1 2 Fig 17 1 Fig 18 1 Fig 19 1 2 Fig 20 1 2 Fig 21 15 m Fig 22 4 ...
Page 5: ...15 m Fig 23 15 m Fig 24 15 m Fig 25 15 m Fig 26 Fig 27 Fig 28 5 ...