NL - 24
•
Indien niet gebruikt moet de lader altijd van de elektriciteit worden gehaald.
•
Vermijd in elk geval dat de krokodilklemmen met elkaar in aanraking komen, zodra de lader met de elektriciteit
is verbonden.
Gevaar voor kortsluiting!
Bijkomende veiligheidsinstructies
•
Bij het laden van loodzuuraccu’s ontstaan brandbare gassen, daarom moeten open vuur en vonken worden
vermeden.
•
Gebruik de lader alleen in een goed geventileerde ruimte. De lader mag noch in het voertuig noch onder de
gesloten motorkap worden gebruikt.
•
Dek de oplader niet af omdat er anders oververhitting en daardoor beschadiging kan optreden. Zet de oplader
tijdens de werking niet op een isolerende onderlaag (zoals styropor) – gevaar van hittestuwing!
•
Sluit altijd eerst de krokodilklemmen op de batterijpolen aan voor u de lader met de elektriciteit verbindt.
•
Om het laden te beëindigen eerst de stekker uit het stopcontact halen en dan de krokodilklemmen van de
batterijpolen nemen.
•
Laat in geen geval batterijzuur op uw kleding of huid komen. Als dat wel gebeurt moeten de desbetreffende
plekken rijkelijk met water worden gespoeld. Bij oogcontact moet bovendien direct medische hulp worden
gezocht.
Beschrijving van het apparaat
1. Netstekker
2. Zwarte betterijklem (minus)
3. Rode batterieklem (plus)
4. Display
5. MODE-toets
6. Netkabel
Display
1. Accuspanningsindicatie 12V
2. laadstatus 12V
3. Oplaadprogramma voor de motorfiets
4. Oplaadprogramma voor de auto
5. 12 V-oplaadprogramma
6. Oplaadprogramma voor de winter
7. 6 V-oplaadprogramma
Technische gegevens
6 V-modus
12 V-modus
Bedrijfsspanning
220-240 V~ / 50-60 Hz
220-240 V~ / 50-60 Hz
Uitgangsspanning:
6 V DC
12 V DC
Max. laadspanning:
7,4 V
14,6 V / 14,8 V
Laadstroom:
2,0 A
2,0 A / 4,0 A
Omgevingstemperatuur:
-5°C tot + 40°C
-5°C tot +40°C
Bekistingsbescherming:
IP 65
IP 65
Functies
Het lader dient voor het opladen van accus met een capaciteit van 1,2-120 Ah. De lader is voorzien van een
microprocessor. Via de MODE-toets kunnen al naar gelang het type accu, de toestand van de accu en de situatie
in de omgeving verschillende laadmodi worden gekozen. Na keuze van de gewenste laadmodus herkent het lader
de aangesloten batterij (spanning, capaciteit, toestand) en berekent op basis daarvan de benodigde
laadparameters (laadspanning, laadstroom). Bij de keuze van een voor de aangesloten accu ongeschikte
laadmodus, bij een defecte accu of verkeerd aangesloten poolklemmen is er geen sprake van laden, in het display
verschijnt de foutmelding.