41
NL
4.4 Filters [6]
Filters afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden met regelmatige tussenpozen controleren en in-
dien nodig vervangen. Indien het opgegeven einddrukverschil wordt overschreden dienen de filters
te worden vervangen. Voor meer informatie raadpleeg de naamplaat op het filtercompartiment.
Afhankelijk van de toepassing kunnen verschillende filters toegepast worden. Paneelfilters voor
lage temperaturen, paneelfilters voor hoge temperaturen en/of zakkenfilters. Indien filters zijn ge-
plaatst in de “koude” luchtstroom kunnen deze tengevolge van “rijp” in de winter dichtvriezen.
Een filterbewakings-drukschakelaar (optioneel) kan vroegtijdig signaleren of het filter vervuild of
verstopt raakt. Bij gebruik van zakkenfilters dient men er op te letten dat de zakken vertikaal zijn
geplaatst. Bij toepassing van een Calflo zal zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van hoogtem-
peratuurfilters, filterklasse G4. Deze filters zijn geplaatst na het verwarmingsdeel om dichtvriezen
te voorkomen. Tijdens het vervangen van de vervuilde filters altijd passende persoonlijke bescher-
mingsmiddelen dragen. Zowel het verwijderen van de vervuilde filters alsmede het plaatsen van de
schone filters dient zorgvuldig te geschieden. Let tevens op de goede afdichting in- en van de filter-
ramen. Vervuilde filters moeten veelal als bijzonder afval worden behandeld.
4.5 Jaloezieklep
[7]
De volgende onderhoudswerkzaamheden dienen elk jaar te worden uitgevoerd: Jaloeziekleppen
reinigen, lagers beslist niet smeren (kunststof). Jaloeziekleppen controleren op gangbaarheid. Ser-
vomotoren die voorzien zijn van eindschakelaars controleren op de juiste regelfuncties.
4.6 Flexibele
verbinding
Controleer ten minste 1x per jaar de flexibele verbinding.
4.7 Warmwater,- stoom,- koelbatterijen [9]
Bij Cu/Al batterijen is voorzichtigheid geboden tijdens het reinigen. Indien de batterij in de lucht-
richting is vervuild, dan kan deze in tegengestelde richting worden schoongeblazen met perslucht
of water. De lamellen mogen niet vervormen tijdens het schoonmaken. Tevens voorkomen dat er
stof in de luchtbehandelingkast en luchtkanaal komt.
4.8 Onderhoud aan gasgestookte warmtebronnen
Voor het inregelen en onderhoud aan gasgestookte warmtebronnen zie de meegeleverde installa-
tie- en onderhoudsvoorschriften. Waarschuwing: Nooit de elektrische spanning uitschakelen
voordat de luchtverwarmer volledig is afgekoeld.
4.9 Druppelvanger
[8]
Onderhoud: Druppelvanger controleren op verontreiniging, beschadiging en corrosie. Druppel-
vanger reinigen met perslucht, water, stoom of zeep bevattende reinigingsmiddelen. Waterafvoer
en sifon / stankafsluiter controleren.
4.10 Geluiddemper
Indien een geluiddemper wordt toegepast kunnen de coulissen veelal niet uit het demperdeel ge-
nomen worden. Het zachte dempermateriaal nooit met water reinigen. Gebruik bij voorkeur een
stofzuiger en / of een zachte borstel.
06_61_000 Klimat:Opmaak 1 21-07-2009 16:12 Pagina 41
Summary of Contents for Klimat 15-15
Page 2: ...2...
Page 12: ...12...
Page 72: ...72...
Page 82: ...82 1...
Page 83: ...83 2 3...
Page 84: ...84 4...
Page 85: ...85 5...
Page 86: ...86 6...
Page 87: ...87 7 8...
Page 88: ...88 9...
Page 89: ...89 10...
Page 90: ...90 11...
Page 91: ...91 12...
Page 92: ...92 13 14...
Page 93: ...93 15...
Page 94: ...94 16...
Page 95: ...95 17...