1
NL
INDEX
1. PRESENTATIE VAN PRODUCT
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
2. INGEBRUIKNAME
2. UITSCHAKELING
2. VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
2. TRANSPORT EN VERPLAATSING
2. PREVENTIEF ONDERHOUD-SPROGRAMMA
3. OVERZICHT VAN DE WERKING
3. ELEKTRISCH CIRCUIT
4. IDENTIFICATIE VAN PROBLEMEN
PRESENTATIE VAN PRODUCT
Omvat
daarentegen
warmeluchtgeneratoren
met
indirecte verwarming die dankzij een warmtewisselaar de
verbrandingsgasresten kunnen scheiden van de warmte die
aan de omgeving wordt afgegeven. Zo gaat er een schonere
warmeluchtstroom naar de te verwarmen omgeving en worden
de rookgassen afgevoerd.
Ontwikkeld op basis van de meest actuele criteria op het
gebied van veiligheid, functionaliteit en duurzaamheid:
veiligheidsvoorzieningen zorgen ervoor dat het apparaat
altijd correct functioneert, het geluidsniveau is minimaal en
een zorgvuldige materiaalselectie staat garant voor optimale
betrouwbaarheid.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
WAARSCHUWINGEN
! BELANGRIJK:lees de hele bedieningshandleiding zor-
gvuldig voordat u begint met de montage,ingebruikname
of onderhoud van deze verwarmer. Het gebruik van de
verwarmer kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken
ten gevolge van verbranding, vuur, explosie, elektrische
schokken of koolmonoxidevergiftiging.
! GEVAAR:koolmonoxidevergiftiging kan dodelijk zijn!
Koolmonoxidevergiftiging De eerste symptomen van
koolmonoxidevergiftiging lijken op die van griep:hoofdpijn,
duizeligheid en/of misselijkheid. Dergelijke symptomen kunnen
worden veroorzaakt door een gebrekkige werking van de
verwarmer. Begeef u onmiddellijk in debuitenlucht!
Laat de verwarmer gerepareerd worden. Bepaalde personen
hebben extra te lijden van de effecten van koolmonoxidever-
giftiging:zwangere vrouwen, hart- en longpatiënten, personen
met bloedarmoede, personen onder invloed van alcohol en
bewoners van hooggelegen gebieden. Zorg ervoor dat u alle
waarschuwingen gelezen en begrepen hebt.
Bewaar deze handleiding om deze in de toekomst opnieuw te
kunnenraadplegen:deze dient als gids voor een veilig en correct
gebruik vande verwarmer.
• Gebruik uitsluitend eersteklas brandolie om brand- en
explosiegevaar te vermijden. Gebruik nooit benzine, stookolie,
verfoplosmiddelen, alcohol of andere makkelijk ontvlambare
brandstoffen.
• Bijvullen:
a) Het personeel belast met het bijvullen dient gekwalificeerd
te zijn en volledig vertrouwd te zijn met de instructies van de
fabrikant en de geldende normen met betrekking tot het veilig
bijvullen van verwarmers.
b) Gebruik uitsluitend het type brandstof dat specifiek is vermeld
op het identificatieplaatje van de verwarmer.
c) Doof voor het bijvullen eerst alle vlammen, inclusief de
waakvlam, en wacht tot de verwarmer is afgekoeld.
d) Inspecteer tijdens het bijvullen alle brandstofleidingen en
fittingen op eventuele lekken. Eventuele lekken dienen te
worden gerepareerd voordat de verwarmer opnieuw in gebruik
wordt genomen.
e) In geen enkel geval mag men in de buurt van de verwarmer
in hetzelfde gebouw meer brandstof opslaan dan nodig is om
de verwarmer een dag te laten werken. De brandstofreservoirs
moeten zich in een afzonderlijke accommodatie bevinden.
f) Alle brandstoftanks moeten zich minimaal op een afstand van
verwarmers, lasbranders, soldeerapparatuur en soortgelijke
ontstekingsbronnen (met uitzondering van de brandstoftank die
in de verwarmer is ingebouwd).
g) De brandstof dient zo mogelijk te worden opgeslagen in
ruimten met vloerbedekking die het niet mogelijk maakt dat
de brandstof vlammen bereikt waardoor deze in brand kan
vliegen.
h) Bij de opslag van brandstof dienen de geldende normen in
acht te worden gehouden.
• Gebruik de verwarmer nooit in ruimten waar benzine,
verfoplosmiddelen of andere zeer ontvlambare dampen
aanwezig zijn.
• Neem tijdens het gebruik van de verwarmer alle plaatselijke
verordeningen en geldende normen in acht.
• Verwarmers die in de buurt van textiel, gordijnen of ander
vergelijkbaar materiaal worden gebruikt dienen op een veilige
afstand daarvan te worden geplaatst. Bovendien wordt
het gebruik van vuurvast afdekkingsmateriaal aanbevolen.
Dergelijk materiaal dient stevig te worden vastgezet, om te
vermijden dat dit vlam vat en om te voorkomen dat de wind vat
krijgt op de verwarmer.
• Gebruik het toesteluitsluitend om ruimten waarin geen
ontvlambare dampen of hoge concentraties stof aanwezig
zijn.
• Sluit de verwarmer uitsluitend aan op een voedingsbron met
de spanning, frequentie en polariteit die zijn aangegeven op
het identificatieplaatje.
• Gebruik uitsluitend geaarde driedraads verlengsnoeren.
• Plaats een warme of werkende verwarmer op een stabiel en
egaal oppervlak, om brandgevaar te vermijden.
• Houd de verwarmer bij verplaatsing of opslag rechtop, om te
voorkomen dat er brandstof uit loopt.
• Houd kinderen en dieren uit de buurt van de verwarmer.
• Koppel de verwarmer los van de netvoeding wanneer deze
niet wordt gebruikt.
• Als de verwarmer op een thermostaat werkt, kan deze op elk
willekeurig moment aanslaan.
• Gebruik de verwarmer nooit in drukke ruimten of slaapka-
mers.
• Blokkeer nooit de luchtinlaat (achterkant) of de luchtuitlaat
(voorkant) van de verwarmer.
• De verwarmer mag nooit verplaatst, aangepast, bijgevuld of
onderhouden worden als de verwarmer warm is.