NL
28
■
Gebruik alleen origineel toebehoren,
om de werking niet negatief te beïn-
vloeden en om schade te verhinderen.
■
Bescherm het apparaat tegen hitte,
open vuur, temperaturen onder nul,
lang aanhoudend vocht, natheid,
direct invallend zonlicht en schokken.
LET OP – Risico van materiële
schade door batterij en
■
Gebruik uitsluitend het batterij type
dat staat vermeld in de technische
gegevens.
■
Neem de batterij en uit de afstands-
bediening wanneer deze leeg zij n,
of wanneer het apparaat niet wordt
gebruikt. Zo wordt schade voorkomen
die kan ontstaan door lekken.
■
Neem een uitgelopen batterij meteen
uit de afstandsbediening.
■
Vervang altij d alle batterij en. Gebruik
geen verschillende types of merken
batterij en of batterij en met een ver-
schillende capaciteit.
BATTERIJ PLAATSEN /
VERVANGEN
Controleer vóór het plaatsen van de
batterij en of de contacten in de afstands-
bediening (
5
) en aan de batterij en schoon
zij n, en reinig deze eventueel.
1. Open het batterij vak aan de achter-
kant van de afstandsbediening: druk
licht op het deksel van het batterij vak
en schuif het naar beneden.
2. Neem eventueel lege batterij en eruit
en plaats nieuwe batterij en (1,5 V,
AAA) in het batterij vak. Let op de
juiste polariteit.
3. Plaats het deksel van het batterij vak
erop en schuif het naar boven. Het
moet merkbaar vastklikken.
Vervang de batterij en als het vermogen
van de afstandsbediening afneemt.
OPSTELLEN EN
AANSLUITEN
Opgelet!
■
Sluit het apparaat alleen aan op een
contactdoos die is geïnstalleerd vol-
gens de voorschriften en die overeen-
stemt met de technische gegevens.
De contactdoos moet ook na het aan-
sluiten goed toegankelij k zij n, zodat
de verbinding met het stroomnet snel
kan worden verbroken.
■
Leg de aansluitkabel zo, dat deze niet
wordt afgekneld of geknikt en niet in
contact komt met hete oppervlakken.
• Zet het apparaat op een droge, vlak-
ke en stabiele ondergrond. Wanneer
het apparaat wordt ingezet op een
tapij t, zorg er dan voor dat de beluch-
tingsopeningen aan de onderkant van
het apparaat vrij blij ven.
Bescherm gevoelige vloerbedek-
kingen waarop het apparaat staat
evt. met een onderlaag.
• Sluit de kabel van de voedingseen-
heid (
3
) eerst aan op de aansluitbus
(
7
) van het apparaat en daarna op een
goed toegankelij ke contactdoos. Het
bedieningsveld (
6
) licht eenmaal op.
Het apparaat is operationeel.
08993_Inlay_DE-EN-FR-NL_A5_V1.indb 28
08993_Inlay_DE-EN-FR-NL_A5_V1.indb 28
31.07.2020 09:45:24
31.07.2020 09:45:24