NL
68
SNELHEID KIEZEN
De tabel helpt bij het kiezen van de juiste
snelheid. De diameter van het werkstuk wordt
aangegeven op de x-as. De snelheid wordt
aangegeven op de y-as. Ga uit van de diameter
van het werkstuk, volg de verticale lijn naar
boven toe naar de curve en lees de juiste
snelheid af.
AFB. 5
• Kies een lage snelheid voor nieuwe
werkstukken.
• Hoe groter het werkstuk is, hoe hoger de
snelheid die u gebruikt.
• Verschillende factoren beïnvloeden de
snelheidskeuze, zoals materiaal, diameter
en lengte.
• Kies een lagere snelheid voor hardere
houtsoorten, voor werkstukken die niet
rond zijn en voor lange werkstukken met
een grote diameter.
INSTELLEN VAN DE SNELHEID
1. Draai de twee borgschroeven (20) op de
twee aandrijvingskappen (21) los.
2. Maak de aandrijvingskappen (21) los.
3. Verwijder de borgschroef (22) op de
motoreenheid met de bijgeleverde
inbussleutel (12).
4. Breng de motoreenheid (23) omhoog
met behulp van de hendel (24) om de
V-riemen (26) te ontlasten.
5. Draai de borgschroef (22) op de
motoreenheid (23) vast.
6. Breng de V-riem (26) in de groef op de
aandrijfschijf (25) die overeenkomt met
de gewenste snelheid.
AFB. 6
– De V-riem moet op de bovenste en
de onderste aandrijfschijf in dezelfde
groef worden geplaatst.
– De aandrijvingskappen (21) zijn
voorzien van vergrendelingsschakelaars
(27). De vergrendelingsschakelaars
(27) sluiten automatisch wanneer de
aandrijvingskappen worden gesloten
(21). Het product kan alleen worden
gestart als beide aandrijvingskappen
(21) goed zijn gesloten.
7. Verwijder de borgschroef (22) en breng de
motoreenheid met de hendel omlaag om
de V-riem (12) op spanning te brengen.
8. Draai de borgschroef (22) vast.
9. Sluit de aandrijvingskappen (21) en draai
de borgschroeven (20) vast.
WERKSTUK AANBRENGEN
Aanbrengen met losse kop (5) en
meenemer met vier klauwen (1)
1. Markeer het centreerpunt van de
werkstukuiteinden met behulp van
diagonale lijnen over de uiteinden. Het
centreerpunt is het punt waar de lijnen
elkaar kruisen. Maak centreergaten op de
plaatsen waar de meenemer en de losse
kop moeten komen. Hierdoor wordt het
werkstuk steviger vastgehouden.
2. Breng een zaagsnede aan van ongeveer
2 mm diep langs de diagonale lijnen om
de vier klauwen van de meenemer (1) een
betere grip te geven.
3. Maak de meenemer (1) los van het product
en plaats hem tegen de centrummarkering
op het werkstuk. Tik voorzichtig met een
hamer (afzonderlijk verkrijgbaar) tegen de
meenemer (1) om die in het werkstuk te
drukken. Bescherm de achterkant van de
meenemer (1) met een stukje hout.
4. Verwijder de meenemer (1) van het werkstuk.
5. Plaats de meenemer (1) terug op het
product.
Montage en demontage van
meenemer met vier klauwen
1. Plaats het werkstuk op de meenemer met
vier klauwen (1). Lijn de klauwen van de