128
naar rechts te draaien of gebruik een
spuitmond met een kleinere diameter.
Verdunning (fig. 4)
LET OP! Trek de stekker uit het
stopcontact voordat het
verfreservoir met het te spuiten
materiaal gevuld wordt.
De meeste verfsoorten worden
strijkklaar geleverd en moeten verdund
worden, voordat ze opgespoten kunnen
worden. De aanwijzingen van de
fabrikant over het verdunnen van de verf
voor het spuiten moeten opgevolgd
worden. De viscositeitsmeetbeker helpt
bij het bepalen van de juiste viscositeit
van de gebruikte verf. Daarvoor wordt
de meetbeker tot aan de rand met verf
gevuld. Meet de tijd tot aan het legen
van de beker in het verfblik. De
volgende tabel laat de aanbevolen
tijden voor de verschillende stoffen
zien:
Kunsthars- en
latexverf
24–28 seconden
Verf op waterbasis
20–25 seconden
Grondverf
24–28 seconden
Vernis
20–25 seconden
Olieverf
18–22 seconden
Moffelverf
18–22 seconden
Aluminiumverf
22–25 seconden
Anti-corrosielaag voor
wagenbodem
25–35 seconden
Grondverf voor hout
28–35 seconden
Houtconserveer-
middelen geen
verdunning
nodig
Houtbeits
geen verdunning
nodig
Duurt het legen van de verf langer dan
de aanbevolen tijd, dan moet er nog
meer verdund worden. Daarvoor een
kleine hoeveelheid van het geschikte
verdunningsmiddel toevoegen en de
viscositeitstest uitvoeren, tot de juiste
viscositeit bereikt is. Sommige spuitbare
stoffen bevatten deeltjes of klontertjes
en moeten vóór het vullen van het
verfreservoir gezeefd worden.
8 – Werkwijze
De te bewerken oppervlakken moeten
stof-, vuil- en vetvrij zijn. Oppervlakken,
die niet gespoten moeten worden,
moeten met plakband van een goede
kwaliteit afgedekt worden. De te spuiten
verf of vloeistof moet grondig gemengd
zijn en moet vrij van klontertjes of andere
deeltjes zijn. Met het spuitpistool kunnen
talrijke materialen gespoten worden.
Spuiten
Vul het verfreservoir met de goed
verdunde en gezeefde verf.
Sluit het spuitpistool op de netspanning
aan. Richt met het spuitpistool op een stuk
afvalmateriaal en druk de schakelaar (2)
in, tot er verf uittreedt. Stel de regelknop
zo in, dat de benodigde hoeveelheid
verf afgegeven wordt. Draai de knop
rechtsom om de opvoerhoeveelheid te
verkleinen en linksom om de hoeveelheid
te vergroten. De instelling van de
opvoerhoeveelheid heeft invloed op het
spuitpatroon. Bij een slecht spuitpatroon
wordt de verf in het midden van de straal
geconcentreerd, hetgeen tot een
ongelijkmatige verfverdeling op het
oppervlak leidt. De spuitstraal is juist
ingesteld, als de verf over de gehele
straal gelijkmatig verdeeld wordt.
Spuittechnieken
Om optimale resultaten te bereiken,
moet het spuitpistool altijd rechtop en
parallel met het oppervlak gehouden
worden. Houd een afstand tussen
5413010-Farbspritz-man_a 23.03.12 13:12 Seite 128