- 21 -
Algemene veiligheidsaanwijzingen
Bij het omgaan met accu's voor een goede ventilatie van de
ruimte zorgen.
Door accu's kunnen explosieve gassen ontstaan, daarom dient
vonkvorming in de directe nabijheid van de accu te worden
vermeden.
Bij het aansluiten of losmaken van de accuklemmen een
veiligheidsbril dragen om de ogen te beschermen.
Acculader niet afdekken tijdens het laden.
Acculader tijdens het laden niet op de accu plaatsen.
Een bevroren accu mag onder geen omstandigheid worden
geladen.
Acculader uitsluitend via een contactdoos aan het stroomnet
aansluiten.
Oververhittingsbeveiliging
De acculader is uitgerust met een oververhittingsbeveiliging.
Bij een hoge omgevingstemperatuur wordt het
uitgangsvermogen verminderd.
Lampjes/knoppen
Lampje Beschrijving
(3)
Fout, het laden werd afgebroken. Het
storingslampje gaat branden, als de accu zichzelf
ontlaadt of de tijd voor een soft-start werd
overschreden.
(4)
Soft-start, startfase met begrensde laadstroom.
(5)
Lading bij vollast
(6)
Absorptielading, laadstroom wordt gereduceerd.
(7)
Float-spanningspuls, de laadtoestand van de accu
wordt tussen 95 en 100 % gehouden.
(8)
Supply: in deze modus kan het laadapparaat in
plaats van de acccu worden gebruikt.
(9)
Recond: in deze modus worden zwaar ontladen
accu's weer opgeladen.
(10)
Uitvallen van de temperatuurmeting, de accu wordt
zonder temperatuurcompensatie geladen.
(11)
Het laadapparaat is aangesloten aan een
contactdoos.
(12)
Modus "Normaal laden" werd gekozen.
(13)
Modus "Supply" werd gekozen.
(14)
Modus "Recond" werd gekozen.
Knop
Beschrijving
(15)
Modus-knop voor het kiezen van de laadmodus.
M+P-03F-6297
NORMAL SUPPLY RECOND
MODE
SUPPLY
RECOND
T
3
4 5 6
10 11 12 13 14
8
7
9
15