- 22 -
M+P-03F-6300
A
B
C
D
E
F
G
H
1
2
1
Spanning (volt)
2
Stroom (ampère)
Laadfasen in de modus "Normaal" – lampje (12)
Het laadapparaat beschikt over een meertraps, volauto-
matische laadcyclus.
A. Sulfaatbehandeling – lampje (4)
De sulfaatbehandeling reactiveert met pulslading accu's die
een te hoog sulfaatgehalte hebben, waardoor de de accu
sneller kan worden ingezet.
B. Soft-start – lampje (4)
Startfase met een begrensde laadstroom van maximaal 10 A.
Nadat een spanning van 12 V wordt bereikt, wordt
omgeschakeld op lading bij volledige belasting. Als deze
spanning na maximaal 4 uur niet wordt bereikt, wordt het laden
afgebroken en gaat het storingslampje (3) branden.
C. Lading bij volledige belasting – lampje (5)
De accu wordt geladen met maximaal 25 A. Nadat een
bepaalde spanning wordt bereikt of na 20 uur inzet, wordt
omgeschakeld op absorptielading (lampje 6).
D. Absorptie – lampje (6)
Volledig opladen tot 14,4 V met geleidelijke reducering van de
laadstroom. Uiterlijk na 12 uur wordt omgeschakeld op
float-spanning.
E. Analyse – lampje (6)
Testen van de zelfontlading. Als de spanning binnen 2 minuten
op 12,6 Volt zinkt, wordt het laden afgebroken en gaat het
storingslampje (3) branden.
F. Float-spanningspuls – lampje (7)
Valt de spanning van de accu onder 12,9 Volt, dan wordt een
laadpuls gestart tot een spanning van 14,4 V wordt bereikt. In
deze laadfase kan de accu maandenlang aangesloten blijven.
Valt de spanning van de accu onder 12,9 Volt, dan wordt een
nieuwe laadcyclus gestart.
Laadfase "Supply"-modus – lampje (13)
G. "Supply"-modus – lampje (8)
De accu wordt op een permanente spanning van 13,8 V
gehouden en kan op deze wijze altijd worden gebruikt.
Opmerking
De acculader kan in de Supply-modus in plaats van de accu
worden gebruikt.
Laadfase "Recond"-modus – lampje (14)
Belangrijk
In de Recond-modus mag uitsluitend worden geladen, als
de accu is gedemonteerd, zie voertuighandleiding. Anders
kan de elektronica van het voertuig worden beschadigd.
Het peil de accuvloeistof dient regelmatig te worden
gecontroleerd en eventueel te worden aangevuld, omdat
de accu vloeistof kan verliezen.
H. "Recond"-modus voor het reactiveren van zwaar ontladen
accu's– lampje (9)
De accu doorloopt eerst de laadfasen in de normale modus.
Hierna wordt de accu met een begrensde laadstroom van 5 A
geladen, waarbij de spanning gedurende maximaal 15,9 V kan
bedragen. Tijdens deze procedure worden de zuren in de accu
omgekeerd, dit heeft een positief effect op de levensduur van
de accu. Vervolgens wordet de accu nogmaals in de normale
modus geladen.
Opmerking
Lampje (9) brandt alleen tijdens het laden met maximale
spanning (15,9 V).
Oplaadtijd
In de tabel wordt de duur van het laadproces van een
80%-lading in normale modus weergegeven.
G
Kans op letsel
In de "Supply"-modus functioneert de acculader niet zonder
vonken. De veiligheidsaanwijzingen en de
beschermingsmaatregelen bij de omgang met de accu opvolgen.
Accucapaciteit (Ah)
Duur (h)
60
2
100
3