28
NEDERLANDS
te gebruiken dient zorgvuldig te worden
gecontroleerd,of de beveiligingen, veilig-
heidsvoorzieningen en licht beschadigde
onderdelen nog correct en volgens de
voorschriften functioneren. Controleer of
de scharnierende onderdelen correct
functioneren en niet klemmen. Alle
onderdelen moeten correct gemonteerd
zijn en aan alle voorwaarden voldoen
om een feilloze bediening van het toestel
te garanderen.
Laat beschadigde beveiligingen of
onderdelen deskundig en door een
gekwalificeerde vakman herstellen of
vervangen. Laat beschadigde schakela-
ars in een reparatiedienst vervangen.
Gebruik dit toestel niet wanneer u een
schakelaar niet kan in- en uitschakelen.
Houd de handgrepen droog en vrij van
olie, hars en vet.
3.3
Veiligheidsvoorzieningen
Beveiligingsventiel
Het beveiligingsventiel voorkomt schade
aan de motor, wanneer de kloofbeitel
geblokkeerd wordt. Het beveiligingsven-
tiel is verzegeld en mag in geen geval
anders afgesteld worden.
Startbeveiliging
De startbeveiliging verhindert, dat het
apparaat vanzelf weer start, zodra na
een spanningsuitval weer spanning aan-
wezig is.
Tweehandsbediening
Door middel van de tweehandsbedie-
ning wordt gewaarborgd, dat de kloof-
beitel zich alleen naar beneden kan
bewegen, wanneer beide hendels tege-
lijkertijd naar beneden gedrukt worden.
Veiligheidsbeugel
De veiligheidsbeugel voorkomt dat
gespleten houtstukken ongecontroleerd
uitelkaar vallen en de gebruiker kunnen
verwonden.
3.4
Symbolen op het appa-
raat
A
Gevaar!
Het niet opvolgen van de
volgende waarschuwingen kan ern-
stige verwondingen of materiële
schade tot gevolg hebben.
Lees, alvorens het appa-
raat in te schakelen, de
gebruiksaanwijzing.
Bij het werken met de
machine niet met de
handen onder de kloof-
beitel grijpen.
Voeten beschermen
tegen vallende stukken
hout.
Risico van lichamelijk
letsel, indien kleding of
lichaamsdelen door de
machine gegrepen wor-
den.
Beveiligingen niet verwij-
deren.
Geen reiniging, onder-
houd of instellingen uit-
voeren, terwijl de
machine nog in bedrijf is.
Gevaar voor elektrische
schokken!
Draag veiligheidshand-
schoenen.
Draag veiligheidsschoe-
nen.
Draag gehoorbescher-
mers.
Veiligheidsbril dragen.
Het apparaat mag uitslu-
itend door
één
persoon
bediend worden.
3.5
Symbolen in de handlei-
ding
A
Gevaar!
Waarschuwing voor lichamelijke let-
sels of zware materiële schade.
B
Gevaar voor elektrische schok-
ken!
Waarschuwing voor lichamelijkke let-
sels door elektrische schok.
A
Opgelet!
Waarschuwing voor materiële
schade.
3
Opmerking:
Aanvullende informatie.
x
Stabiele gelaste constructie voor de
hoogst mogelijke buigstijfheid.
x
Tweehandsbediening voor veilige
omgang met de machine.
x
6 t kliefkracht.
x
Verrijdbaar onderstel voor eenvou-
dig verplaatsen.
x
3 verstelmogelijkheden van de
steuntafel.
5.1
Apparaat plaatsen
A
Gevaar!
Het apparaat mag alleen gebruikt wor-
den op een plek, die aan de volgende
voorwaarden voldoet:
vlakke, slipvrije ondergrond
het apparaat moet stevig op de
grond staan
3
Opmerking
:
Maak aanspraak op de hulp van
een tweede persoon, wanneer u het
apparaat uitpakt, monteert en plaatst.
1.
Apparaat op de pallet naar een
geschikte plaats transporteren.
4.
Bijzondere productken-
merken
5.
Transport en plaatsing