91
NL
buitenunit
·
Als er een zonnescherm over de buitenunit komt, om het toestel voor direct zonnelicht of regen
te beschermen, zorg er dan voor dat de warmteuitstraling van de condensator hierdoor niet wordt
beperkt.
·
Verzeker uzelf ervan, dat de afstand achter het toestel en links van het toestel meer dan 30 cm
bedraagt. Vóór het toestel moet de afstand meer dan 100 cm bedragen en aan de zijde van de aan-
sluiting (rechts van het apparaat) meer dan 60 cm.
·
Daarnaast moet een minimumafstand vanaf de bodem van 20 cm worden aangehouden, zodat
het condenswater tijdens het verwarmen in de winter zonder problemen kan weglopen.
·
In de nabijheid van de luchtinlaat en -uitlaatopeningen mogen zich geen voorwerpen bevinden.
·
Houd rekening met het gewicht van het toestel en kies een plaats, waar geluiden en vibratie niet
storend zijn.
·
Kies een plaats waarbij geluiden en warme lucht niet storend voor de de buren zijn.
·
Apparaat niet in een lichtschacht monteren, omdat hier geen luchtcirculatie plaatsvindt.
DAKMONTAGE
·
Wordt het toestel op een dak gemonteerd, let er dan op dat het waterpas wordt gemonteerd en
dat het dak het gewicht van de buitenunit kan dragen.
·
Controleer of de dakstructuur en de verankering geschikt zijn voor dit buitenapparaat.
·
Raadpleeg eerst de plaatselijke autoriteiten voordat u het toestel op dak monteert.
·
Houd rekening met de geluidsproductie en de vibratie die ontstaat, voordat u het toestel op dak
of op zolder monteert.
·
Voor onderhoud moet het toestel op ieder moment vrij toegankelijk zijn.
·
Apparaat op een hellend dak zo opstellen, dat onderhoud later mogelijk is, zonder het dak te moe-
ten betreden.
60 cm
of meer
30 cm
of
meer
20 cm of of meer
100 cm of meer