6 Reiniging en onderhoud
|
Nederlands
Beknopte gebruiksaanwijzing PTD 901
|
12019630; 2021-09
|
119
Zelfreinigingsprogramma annuleren
6.3
Vaatwasmachine aan het einde van de werkdag reinigen
Interieur van de vaatwasmachine reinigen
Let erop dat er geen roestende delen in het interieur van de vaatwasmachine achterblij-
ven, omdat daardoor ook het roestvaststaal van de vaatwasmachine kan gaan roesten.
Roestdeeltjes kunnen afkomstig zijn van niet-roestvast vaatwerk, van schoonmaakhulp-
middelen, van beschadigde draadkorven of van niet-roestvaste waterleidingen.
De volgende hulpmiddelen mogen
niet
voor de reiniging worden gebruikt:
– Chloor of andere zuurhoudende reinigingsmiddelen
– Metalen sponsen of staalborstels
– Schuurmiddelen of krassende reinigingsmiddelen
Ø
Verwijder vervuilingen met een borstel of lap.
Vaatwasmachine aan de buitenzijde reinigen
Ø
Spuit de vaatwasmachine en de directe omgeving ervan (wanden, vloer) niet af met
een waterslang, stoomreiniger of hogedrukreiniger.
Let erop dat bij het reinigen van de vloer de onderbouw van de vaatwasmachine niet
onder water komt te staan, om schade aan de vaatwasmachine te voorkomen.
Ø
Reinig het display met een vochtige doek.
Ø
Reinig de buitenzijde met een reiniger voor roestvrij staal en een poetsmiddel voor
roestvrij staal.
Bovenste en onderste wasveld reinigen