14
15
NL
NL
Service en onderhoud
5
Problemen oplossen
De volgende tabel kan helpen om eventuele problemen op te lossen. Dit is echter niet exhaustief en alle problemen
moeten worden onderzocht door de installateur of een ander bevoegd persoon. Probeer het systeem niet zelf te
repareren.
Beveiligingen mogen nooit worden uitgeschakeld noch onklaar gemaakt.
Symptoom van storing
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Koud water uit de kraan
Systeem- of voedingsingang is UIT.
Schakel de voeding of het systeem in
SWW staat op "OFF"
Controleer de instellingen en wijzig die eventueel.
Alle reserves van heet water uit de
warmwateropslagtank zijn verbruikt.
Controleer of de SWW-modus is ingeschakeld en wacht tot de
warmwateropslagtank weer is opgewarmd.
Warmtepomp of boosterverwarming werkt niet
Contacteer de installateur.
Lucht in pomp A aanwezig
Contacteer de installateur.
Debietsensor zit vast / defect
Contacteer de installateur.
Debiet is te laag.
Verhoog de leveringshoeveelheid. (open de kraan verder.)
Verwarmingssysteem
bereikt niet de ingestelde
temperatuur.
Verbieden, Weekklok of Vakantiemodus
geselecteerd
Controleer de instellingen en wijzig ze als dat nodig is.
Fout bemeten radiatoren of lage debietinstelling
Contacteer de installateur.
De ruimte met de temperatuursensor heeft een
andere temperatuur dan de rest van de woning.
Verplaats de temperatuursensor naar een andere kamer die
meer geschikt is.
Batterijprobleem *alleen afstandsbediening
Controleer de batterijcapaciteit en vervang ze indien uitgeput.
Na SWW-werking stijgt de
kamertemperatuur wat.
Aan het eind van de SWW-modus voert
het 3-weg ventiel warm water weg uit de
warmwateropslagtank in het circuit van de
ruimteverwarming. Dit is slechts tijdelijk
en wordt gedaan om te voorkomen dat
systeemcomponenten oververhit raken. De
hoeveelheid warm water die naar het circuit van
de ruimteverwarming wordt gestuurd, is afhankelijk
van de leiding tussen de buitenunit en de cilinder.
Normale routinewerking, geen actie nodig.
Verwarmingstoestel warm
in SWW-modus. (De
ruimtetemperatuur stijgt.)
Het 3-weg ventiel kan verstopt zitten of er kan
warm water naar de verwarmingszijde stromen
door een defect.
Contacteer de installateur.
De weekklokfunctie zorgt
ervoor dat het systeem is
uitgeschakeld, maar de
buitenunit werkt.
De antivriesfunctie kan ingeschakeld zijn om
bevriezen te voorkomen.
Normale werking – geen actie vereist.
Pomp werkt korte tijd zonder
reden.
Regelroutine vastloopbeveiliging werkt om
kalkaanslag te voorkomen.
Normale werking – geen actie vereist.
De cilinder produceert een
gering mechanisch geluid
Boosterverwarming schakelt aan of uit
Normaal bedrijf, geen actie noodzakelijk.
Pomp werkt tijdens de heetwateraanvoer
Normale werking – geen actie vereist.
3-weg ventiel verandert van positie tussen de
SWW-modus en verwarmingsmodus.
Normale werking – geen actie vereist.
Cilinder maakt geluid tijdens
het leveren van sanitair warm
water
Lucht aanwezig in pomp A
Contacteer de installateur.
Leidingen produceren geluid
Lucht in systeem
Ontlucht de radiatoren (indien aanwezig) en contacteer de
installateur als dit niet helpt.
Losjes ondersteund leidingwerk.
Contacteer de installateur.
Het water loopt uit een van
de overdrukventielen
Systeemtemperatuur of -druk te hoog
Schakel de voeding naar de cilinder en de boosterverwarming
uit en neem contact met de installateur op.
Er druppelt water uit een van
de overdrukventielen.
Ventiel sluit niet goed door de aanwezigheid van
vuil
Draai de ventieldop in de aangegeven richting tot u een klik
hoort. Er loopt dan wat water uit waardoor het vuil wordt
weggespoeld. Let op want dit water is wel heet. Blijft er water
druppelen, contacteer dan de installateur om de pakking
eventueel te vervangen.
Er verschijnt een foutcode
op het display van de
hoofdbediening.
De binnen- of buitenunit meldt een abnormale
conditie
Noteer de foutcode plus andere observaties en neem contact
op met de installateur.
<stroomstoring / -uitval>
Bij iedere stroomstoring (bijv. onderbreking van de voedingsingang), worden ALLE instellingen slechts 1 week OPGESLAGEN.
Na 1 week wordt ALLEEN de datum / tijd op de hoofdbediening opgeslagen.
Service en onderhoud
5
Onderhoud
De cilinder en buitenunit moeten jaarlijks worden onderhouden door een bevoegd persoon. Gebruikers mogen de
cilinder niet zelf proberen te onderhouden of te repareren. Het niet naleven van deze instructie kan resulteren in
lichamelijk letsel, schade aan het toestel en het vervallen van de productgarantie.
In aanvulling op de jaarlijkse servicewerkzaamheden is het nodig enkele onderdelen te vervangen of te inspecteren
wanneer het systeem een bepaalde periode in bedrijf is geweest. In de onderstaande tabellen vindt u gedetailleerde
instructies. Vervanging en inspectie van onderdelen moeten altijd worden uitgevoerd door een bekwaam persoon met
relevante opleiding en kwalifi caties.
Onderdelen die regelmatig moeten worden vervangen
Onderdelen
Vervangen iedere
Mogelijke storingen
Overdrukventiel (PRV)
Ontluchter (Auto)
Manometer
6 jaar
Waterlekkage
Onderdelen die regelmatig moeten worden geïnspecteerd
Onderdelen
Controleer iedere
Mogelijke storingen
Watercirculatiepomp 1
(bijv. hoofdverwarmingscircuitpomp)
50.000 uur (7 jaar)
Watercirculatiepomp
storing
Wanneer servicewerkzaamheden worden uitgevoerd mogen onderdelen NIET opnieuw worden gebruikt.
* O-ring
* Pakking