66
• Laat de zender steeds ingeschakeld zolang het modelvoertuig in gebruik is.
• Als de werking van een model moet worden beëindigd, dan schakelt u eerst het model uit.
Bij elektrische modellen schakelt u de rijregelaar of de stroomtoevoer van de ontvanger uit en ontkoppelt u aansluitend
de rijaccu van de rijregelaar. Ontkoppel de stekkerverbinding volledig.
Bij modellen met een verbrandingsmotor moet de motor worden afgezet en daarna de stroomtoevoer van de ontvanger
worden uitgeschakeld.
Pas nu mag de zender uitgeschakeld worden!
• Bij zwakke batterijen (of accu´s) in de afstandsbediening zal de reikwijdte verminderen.
• Wanneer u in een elektrisch model een rijregelaar met BEC gebruikt („BEC“ is de afkorting voor „Battery Eliminator
Circuit“, elektrische schakeling voor de directie stroomvoorziening van de ontvanger zonder bijkomende
ontvangeraccu),dan produceert de rijregelaar uit de rijaccu de voor het gebruik van de ontvanger benodigde spanning.
Bij lage spanning van de rijaccu wordt daarom niet enkel het voertuig langzamer, maar vermindert ook de spanning
op de ontvanger. Dit leidt ertoe dat het voertuig niet meer juist op de stuurbevelen van de zender reageert.
In dit geval beëindigt u het rijden onmiddellijk (voertuig of rijregelaar uitschakelen, rijaccu van het voertuig ontkoppelen,
Sender uitschakelen). Vervang daarna de rijaccu van het voertuig of laad het opnieuw op.
• Neem geen risico bij het gebruik van het model. Uw eigen veiligheid en die van uw omgeving is afhankelijk van uw
verantwoord gebruik van het model.