Controleren van de gyroscoopfunctie tijdens het vliegen
a) Gebruik in de normale modus
• Schakel de zender in de normale modus met 75% gyroscoopgevoeligheid in en neem de
ontvangstinstallatie in de modelhelikopter in bedrijf. De stuurknuppel voor de staartfunctie en de
bijbehorende trimhendel moeten eerst in de middenpositie worden gezet.
• Na de initialisatie gaat de LED uit.
• Laat de helikopter nu voorzichtig stijgen en corrigeer het wegdraaien van de staart met de staartrotor-
trimming.
• Stel na de landing de aanstuurstang voor de staartrotor zo in, dat de staart tijdens het vliegen stabiel zijn
positie behoudt en de trimschuiver bij de zender weer in de middenpositie staat.
b) Omschakeling van normale modus in de AVCS-modus
• Nadat u alle instellingen in de normale modus uitgevoerd heeft, kunt u met de instelregelaar voor de
gyroscoopgevoeligheid in de AVCS-modus omschakelen. Let hierbij op, dat vergeleken met de normale
modus in de AVCS-modus een iets lagere gyroscoopgevoeligheid noodzakelijk is.
Let op!
Wanneer na het omschakelen in de AVCS-modus de LED-indicator op de gyroscoop ritmisch
2 keer knippert, dan is de voorheen ingevlogen neutrale positie in de normale modus niet gelijk
met de opgeslagen neutrale positie in de AVCS-modus.
Schakel in dit geval de ontvanger uit en na korte tijd weer in. De LED moet nu continu branden.
Belangrijk:
Let op, dat de instelling van het correcte neutrale punt bij alle vluchtstanden (zweefvlucht,
rondvlucht, kunstvlucht) gecontroleerd moet worden.
• Wanneer de helikopter in de normale en in de AVCS-modus exact zweeft, kunt u met behulp van de Dual
Rate resp. exponentiële functie de door u gewenste stuurreactie van de staartfunctie instellen.
Optimaliseren van de gyroscoopfunctie
Nadat u met uw modelhelikopter meerdere proefvluchten uitgevoerd heeft en de gyroscoop al een keer
grof ingesteld heeft, kunt u de instellingen van de gyroscoop optimaliseren.
Gebruik hiervoor de gyroscoop in de AVCS-modus met 100% gyroscoopgevoeligheid en voer de
testvluchten met hetzelfde rotorkoptoerental uit, waarmee u later ook vliegt.
a) Bepalen van de maximale gyroscoopgevoeligheid
Vlieg met uw modelhelikopter eerst zo snel mogelijk vooruit. Beweeg dan de stuurknuppel voor de
staartfunctie licht naar buiten en laat deze direct weer los, zodat hij licht rondom de neutrale positie veert.
Herstelt de staart zijn positie zonder hierbij steeds meer te schommelen, dan kan de gyroscoopgevoeligheid
worden verhoogd. Schommelt de staart echter steeds meer, dan is de gevoeligheid te hoog ingesteld. De
optimale gevoeligheid wordt bereikt, wanneer de staart bijna op het punt van verder schommelen staat.
Let op:
De maximaal instelbare gyroscoopgevoeligheid is afhankelijk van het toerental van de
hoofdrotor.
Hoe hoger het ingestelde hoofdrotortoerental, des te geringer is de maximaal vliegbare
gyroscoopgevoeligheid.
b) Bepalen van de optimale lengte van de servohefboom
De lengte van de staartservohefboom (zie afb. 3, positie A) houdt direct verband met de maximaal
mogelijke gyroscoopgevoeligheid.
Is de servohefboom te lang, dan is de maximaal mogelijke gyroscoopgevoeligheid te gering.
Is de servohefboom te kort, dan is de maximaal mogelijke gyroscoopgevoeligheid te hoog.
Bij een gyroscoopgevoeligheid onder 70% moet de servohefboom korter worden gemaakt, resp. de
aanstuurstang verder naar binnen op de servohefboom worden gemonteerd.
Bij een gyroscoopgevoeligheid van meer dan 100% moet de servohefboom langer worden gemaakt, resp.
de aanstuurstang verder naar buiten op de servohefboom worden gemonteerd.
Let op!
Heeft u de lengte van de staartservohefboom versteld, dan moet in elk geval met behulp van
de instelregelaar "LIMIT" (zie afb. 11, positie 18) de maximaal mogelijke servoweg opnieuw
worden ingesteld. Anders bestaat het gevaar dat de staartservo door overbelasting beschadigd
kan worden.
c) Bepalen van de optimale hoogas-draaisnelheid
Vlieg met uw modelhelikopter een 540°-turn en bedien daarbij de stuurknuppel van de staartrotor met volle
uitslag.
De draaisnelheid van het model om de hoogas is uitsluitend van de ATV-waarde afhankelijk (zender-
instelmenu voor de maximale uitslag van de servo). Al naar behoefte kunt u deze waarde verkleinen of
vergroten en met behulp van de Dual Rate resp. exponentiele functie aan uw individuele stuurgewoontes
aanpassen.
d) Instellen van de vertragingstijd
Met de instelregelaar “DELAY” kunt de gyroscoop in de AVCS-modus
optimaal aan de reactietijd van de gebruikte servo aanpassen.
Gebruikt u een digitale servo met hoge snelheid, dan kunt u de
ingestelde waarde op 0 laten staan (instelregelaar helemaal naar
links). Gebruikt u een langzamere analoge servo, dan is onder
omstandigheden een correctie noodzakelijk.
Stopt de modelhelikopter na een pirouette de draaibeweging niet
direct, verhoog dan met behulp van de kleine instelschroevendraaier
de vertragingstijd bij de instelregelaar “DELAY” (19) (zie afb. 1,
positie 6) .
Voer hierbij steeds maar kleine veranderingen uit en controleer het effect door aansluitende testvluchten.
Onderhoud en verzorging
Reinig de buitenkant van de gyroscoop uitsluitend met een zachte, droge doek. U mag in geen geval
agressieve reinigingsproducten of chemische oplosmiddelen gebruiken, aangezien hierdoor het oppervlak
beschadigd kan worden.
Afvalverwijdering
Verwijder het onbruikbaar geworden product volgens de geldende wettelijke voorschriften.
Technische gegevens
Voedingsspanning: ........................ 4,8 – 6,0 V/DC
Stroomopname: ............................. ca. 80 mA
Stekkersysteem: ............................ Futaba
Temperatuurbereik: ....................... -10 °C tot +45 °C
Afmetingen: .................................... 28 x 28 x 20 mm
Gewicht incl. aansluitkabels: ......... 24 g
MC 800
DELAY
LIMIT
OFF
ON
NOR
REV
DIR
DS
0
25
50
75
100
60
80
100
120
140
GYRO
AVCS
-
19
Afb. 12
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1,
D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld
fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, verei-
sen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van
techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2009 by Conrad Electronic SE.