161
11. In gebruik nemen van de ontvanger
a) Aansluiting van de ontvanger
De ontvanger biedt u de aansluitmogelijkheid van max. 3 servo’s/
rijregelaars (ontvangeruitgang 1, 2 en 3) en een ontvangeraccu
(ontvangeraansluiting B), die uitgerust zijn met tegen verkeerd
polariseren beveiligde Futaba-stekkers.
Als alternatief kunnen ook servo’s/rijregelaars met J/R-stekkers wor-
den gebruikt.
Let bij het aansluiten van servo's en rijregelaars altijd op de juiste
polariteit van de connectoren. Het steekcontact voor de impulsleiding
(afhankelijk van de fabrikant geel, wit of oranje) moet worden
aangesloten op het binnenste pencontact. Het steekcontact voor de
minleiding (afhankelijk van de fabrikant zwart of bruin) moet worden
aangesloten op het buitenste pencontact.
Afhankelijk van het model waarbij de afstandsbediening wordt gebruikt, kan zowel de aansluiting als de
stroomvoorziening van de ontvanger en de servo's op verschillende manieren plaatsvinden:
Ontvangeraansluiting
Verbrandingsmodel
Elektro-modelauto
Scheepsmodel
CH1
Stuurservo
Stuurservo
Roerservo
CH2
Gasservo
Rijregelaar/servo
Rijregelaar/servo
CH3
Extra servo*
Extra servo*
Extra servo*
B
Batterijbox/accu
**
**
Opmerkingen:
*
Eventueel kan naast de stuurservo op ontvangeruitgang 1 en de gasservo/rijregelaar op ontvangeruitgang 2 nog
een extra servo worden aangesloten op ontvangeruitgang 3. Deze servo neemt dan schakelfuncties of andere
functies over, bijv. als tweede remservo.
** Bij een elektromodel met mechanische rijregelaar is voor de stroomvoorziening van de ontvanger in elk geval
een batterijbox of een aparte ontvangeraccu nodig. De op de mechanische rijregelaar gemonteerde
stroomvoorzieningsaansluiting mag niet worden gebruikt, omdat de spanning van 7,2 V op de stekker ( bij 6-
cellige rij-accu) voor de ontvanger en de aangesloten servo's te hoog is! De ontvanger resp. de servo’s gaan
stuk, de garantie/waarborg gaat verloren!
Bij een elektromodel met elektronische rijregelaar is een aparte ontvangeraccu op aansluiting B alleen nodig als
de gebruikte motor-/vliegregelaar geen BEC-schakeling heeft. Bij rijregelaars met BEC mag op aansluiting „B“
niets worden aangesloten. Nadere informatie leest u in de technische documentatie van de rijregelaar.
Als een afzonderlijke ontvangeraccu wordt gebruikt, raden wij aan een 5-cellige accupack te gebruiken
(bij batterijen slechts 4 cellen gebruiken!), bijv. een zogenaamde „Hump“-accupack.
Hierdoor wordt voorkomen dat op grond van de lagere uitgangsspanning van accu's (celspanning bij
accu's = 1.2V, bij batterijen = 1.5V) technische storingen ontstaan.
+
-
Afb. 12
Summary of Contents for 20 72 54
Page 200: ...198 ...
Page 201: ...199 ...