162
b) Montage van de ontvanger
De montage van de ontvanger is in principe altijd afhankelijk van het model. Daarom dient u zich voor wat betreft de
montage aan de aanwijzingen van de modelfabrikant te houden.
Los daarvan dient u altijd te proberen de ontvanger zo te monteren dat deze optimaal beschermd is tegen stof, vuil,
vocht en trillingen. Voor het bevestigen zijn dubbelzijdig klevend schuimstof (servo-tape) of rubberringen geschikt, die
de in schuimstof verpakte ontvanger (bijv. in een RC-box) goed op zijn plaats houden.
Plaats de ontvanger niet direct naast de rijregelaar, motor, servo of accu. Houd voldoende afstand tot
metalen onderdelen en verbindingskabels, aangezien deze het bereik sterk kunnen beperken.
c) Controleren van de stuurfuncties
• Sluit nu de in uw model gebruikte servo's resp. rijregelaars aan op de ontvanger.
• Schakel vervolgens de zender in. Laat het stuurwiel voor de besturingsfunctie en de hendel voor de rijfunctie los.
Beweeg deze niet.
• Verbind nu de stroomvoorziening met uw model (accu op rijregelaar aansluiten resp. batterij-/accupack op ontvanger
aansluiten).
• Zet de rijregelaar aan (resp. schakel de stroomvoorziening van de ontvanger in).
• Wanneer u alles goed hebt aangesloten, herkent nu bijv. een rijregelaar de neutraalstand resp. is een programmering
van de rijregelaar nodig.
De besturing dient op alle draaibewegingen van het stuurwiel (zie afb. 1, pos. 4) en de aandrijving van het model op
de bedieningshendel voor de rijfunctie (zie afb. 1, pos. 5) te reageren.
Indien de stuurservo en gasservo (of de motor op een rijregelaar) niet beweegt, moet eerst de ontvanger
bij de zender worden aangemeld.
Raadpleeg hiervoor hoofdstuk 12 k).
• Indien de stuur- of rijfunctie tegenovergesteld reageert op de stuurrichting van de zender, kan dat zonder problemen
worden omgeprogrammeerd. Raadpleeg voor de exacte werkwijze hoofdstuk 12. d).
Summary of Contents for 20 72 54
Page 200: ...198 ...
Page 201: ...199 ...