168
d) Functie „4:REV“, servo-reverse
Afhankelijk van de inbouwplaats en aankoppeling in het model kan het nodig
zijn de draairichting van een servo te veranderen resp. de reactie van de
rijregelaar op de knuppelstand om te keren.
Als u het stuurwiel op de zender (zie afbeelding 01, pos. 4) naar links draait,
maar het voertuig een bocht (stuuruitslag) naar rechts maakt, dient u de reverse-
functie voor kanaal 1 (ST) te activeren.
De instelling is voor de stuurservo („ST“) en de gasservo/rijregelaar („TH“) en
het derde kanaal ("AUX") mogelijk.
Ga als volgt te werk:
• Als u in het hoofdmenu (zie afb. 5) op de toets „ENTER“ drukt, kunt u met de
toetsen „+“ resp. „-“ de functie „4:REV“ kiezen (afb. 22).
• Druk nogmaals op „ENTER“ om naar het instelmenu te gaan (afb. 23).
• Met de toets „ENTER“ kunt u omschakelen tussen „ST“, „TH“ en „AUX“.
• Door te drukken op de toetsen „+“ resp. „-“ wordt de draairichting veranderd
(„NOR“ = normaal, „REV“ = reverse).
• Als u het instelmenu met de toets „EXIT“ verlaat, worden de instellingen
automatisch opgeslagen.
Let op:
Als de draairichting wordt omgeschakeld, wisselt ook de instelling voor de sub-trim (zie hoofdstuk 12. c)
naar de andere kant.
Function11.2V
1:EPA
2:D/R
3:S_TRIM
4:REV
Afb. 22
REVERSE 11.2V
REV
NOR
ST
TH AUX
Afb. 23
Summary of Contents for 20 72 54
Page 200: ...198 ...
Page 201: ...199 ...