169
e) Functie „5:ST CURV“, exponentiële instelling voor stuurservo
Met behulp van de exponentiële functie kan de lineaire koppeling tussen
besturingselement en servoweg in het bereik van de middenstand worden
veranderd.
De maximaal mogelijke servo-uitslag (eindstanden van de servo) wordt door
de instelling van de exponentiële functie niet begrensd.
Als het exponentiële aandeel wordt vergroot, dan vallen de servobewegingen
rond de middelste stand sterker uit (afb. 27, A).
Als het exponentiële aandeel wordt verkleind, dan vallen de servobewegingen
rond de middelste stand zwakker uit (afb. 27, B); hier zou bijv. een gevoelige
besturing in het bereik rond de middelste stand mogelijk zijn (grotere draaihoek
op het stuurwiel, kleinere draaihoek op de servo).
Bij de instelling van „0%“ is de servoweg lineair, zie afb. 25.
Ga als volgt te werk:
• Als u in het hoofdmenu (zie afb. 5) op de toets „ENTER“ drukt, kunt u met de
toetsen „+“ resp. „-“ de functie „5:ST CURV“ kiezen (afb. 24).
• Druk nogmaals op „ENTER“ om naar de instelling te gaan (afb. 25).
• Door te drukken op de toetsen „+“ resp. „-“ wordt de exponentiële waarde veranderd (instelbereik -100% tot +100%).
• Als u het instelmenu met de toets „EXIT“ verlaat, worden de instellingen automatisch opgeslagen.
Tip uit de praktijk:
Stel voor het sturen een negatieve waarde in (zie afb. 27, B) om het model bij rechtuit rijden en hoge
snelheden beter te kunnen besturen.
Function11.2V
5:ST CURV
6:TH CURV
7:ABS
8:MODEL
ST_EXP 11.2V
M:
EXP
R:0 %
ST_EXP 11.2V
M:
EXP
R:50 %
Afb. 24
Afb. 25
Afb. 26
Afb. 27
Summary of Contents for 20 72 54
Page 200: ...198 ...
Page 201: ...199 ...