176
h) Functie „8:MODEL“, modelgeheugen
De afstandsbediening beschikt over in totaal 16 modelgeheugens. Daardoor
ontstaat de mogelijkheid, tot 16 modellen te gebruiken.
Denk er om, dat een ontvanger steeds slechts op één modelgeheugen
aangemald mag zijn.
Indien u meerdere voertuigen hebt met elk een eigen ingebouwde ontvanger,
dan meldt u bijv. ontvanger/voertuig 1 aan bij geheugen 1, ontvanger/voertuig
2 bij geheugen 2 enz.
Indien u echter om redenen van kosten slechts één ontvanger gebruikt voor
meerdere voertuigen, dan moet het omschakelen van het modelgeheugen
van de ontvanger terug aan de zender worden gemeld, zie hoofdstuk 12. k).
Hetzelfde geldt natuurlijk indien meerdere setups (resp. modelgeheugens) voor
één enkel voertuig moeten worden gebruikt.
1. Modelgeheugen selecteren
• Als u in het hoofdmenu (zie afb. 5) op de toets „ENTER“ drukt, kunt u met de
toetsen „+“ resp. „-“ de functie „8:MODEL“ kiezen (afb. 53).
• Druk nogmaals op „ENTER“ om naar het modelmenu te gaan (afb. 54).
• Selecteer met de toetsen „+“ resp. „-“ de functie „SEL“ (zie afb. 54).
„SEL“ = modelgeheugen selecteren
„EDT“ = modelgeheugen bewerken
„CPY“ = modelgeheugen kopiëren
• Druk op „ENTER“. De modelnaam wordt zwart gemarkeerd, zie afbeelding
55 ("Mod01").
• Met de toetsen „+“ resp. „-“ kan nu elk gewenst modelgeheugen (0 tot 15)
worden geselecteerd.
• Druk op „ENTER“ om naar het modelmenu terug te gaan (afb. 54).
• Verlaat het modelmenu met de toets „EXIT“.
Bij levering zijn aan de modelgeheugens de namen „Mod00“ tot „Mod15“ gegeven. Uiteraard kunt u
deze namen wijzigen; raadpleeg hiervoor het volgende hoofdstuk.
MODEL 11.2V
MDL.N: Mod00
SEL
EDT CPY
Function11.2V
5:ST CURV
6:TH CURV
7:ABS
8:MODEL
Afb. 54
Afb. 53
MODEL 11.2V
MDL.N:
Mod01
SEL
EDT CPY
Afb. 55
Summary of Contents for 20 72 54
Page 200: ...198 ...
Page 201: ...199 ...