178
3. Modelgeheugen kopiëren
• Als u in het hoofdmenu (zie afb. 5) op de toets „ENTER“ drukt, kunt u met de
toetsen „+“ resp. „-“ de functie „8:MODEL“ kiezen (afb. 53).
• Druk nogmaals op „ENTER“ om naar het modelmenu te gaan (afb. 59).
• Selecteer nu, indien nodig, een modelgeheugen dat u wilt kopiëren, zie
hoofdstuk „1. Modelgeheugen selecteren“.
• Selecteer met de toetsen „+“ resp. „-“ de functie „CPY“ (zie afb. 60).
„SEL“ = modelgeheugen selecteren
„EDT“ = modelgeheugen bewerken
„CPY“ = modelgeheugen kopiëren
• Druk op „ENTER“. De naam van het doelgeheugen verschijnt, zie afbeelding
61 ("Mod01").
• Stel met de toetsen „+“ resp. „-“ het doelgeheugen in.
• Als u op de toets „ENTER“ drukt, worden alle gegevens van het doelgeheugen
(op afb. 61 van het geheugen „Mod01“) met de gegevens van het
brongeheugen (op afb. 61 het geheugen „Mod00“) overschreven; de
afstandsbediening bevindt zich weer in het modelmenu (afb. 60).
Alle in het doelgeheugen aanwezige instellingen gaan daarbij verlo-
ren! Let daarom goed op dat het juiste doelgeheugen wordt gekozen.
Als u op de toets „EXIT“ drukt, wordt het geheugen niet gekopieerd en keert
u terug naar het modelmenu (afb. 60).
MODEL 11.2V
MDL.N: Mod00
SEL
EDT CPY
Afb. 59
MODEL 11.2V
MDL.N: Mod00
SEL EDT
CPY
Afb. 60
MODEL 11.2V
MDL.N: Mod00
CPY TO
Mod01
SEL EDT
CPY
Afb. 61
Summary of Contents for 20 72 54
Page 200: ...198 ...
Page 201: ...199 ...