180
• Als u in het hoofdmenu (zie afb. 5) op de toets „ENTER“ drukt, kunt u
vervolgens met de toetsen „+“ resp. „-“ de functie „9:SPEED“ kiezen (afb.
62).
• Druk nogmaals op „ENTER“ om naar het instelmenu te gaan (afb. 66).
• Met de toetsen „+“ resp. „-“ kan tussen de beide servo's „ST“ = stuurservo
(afb. 66) en „TH“ = gas-/remservo (afb. 67) worden omgeschakeld.
• Druk op de toets „ENTER“.
Bij de stuurservo kan door nogmaals te drukken op de toets „ENTER“ tus-
sen de instuursnelheid (op afb. 66 is dit „SPD.FL.“) en de uitstuursnelheid
(afb. 66, „SPD.BK“) worden omgeschakeld.
• Verander de waarde met de toetsen „+“ resp. „-“ in het bereik tussen 0% en
100% (basisinstelling is steeds 0%).
Als u het instelmenu met de toets „EXIT“ verlaat, worden de instellingen
automatisch opgeslagen.
De instelling voor de stuurservo zorgt ervoor dat het voertuig niet zo schoksgewijs op snelle bewegingen
aan het stuurwiel reageert.
De instelling voor de gas-/remservo kan bij een gladde ondergrond het doordraaien van de wielen bij
een snelle acceleratie verminderen.
De begrenzing van de in- en uitstuursnelheid grijpt alleen dan in, als het stuurwiel (resp. hendel voor
gas/rem) sneller dan de ingestelde waarde wordt bewogen. Tragere bewegingen worden 1:1 naar de
servo doorgegeven.
SPEED 11.2V
ST
TH
SPD.FL.0 %
SPD.BK:0 %
SPEED 11.2V
ST
TH
SPD.FL.0 %
Afb. 66
Afb. 67
Summary of Contents for 20 72 54
Page 200: ...198 ...
Page 201: ...199 ...