181
j) Functie „10:ATS“, automatische start
Bij deze functie („ATS“ = automatische start) gaat het om een soort begrenzing
van de servoweg voor de gas-/remservo, zodat de aandrijving van het voertuig
bij de eerste start (bij de eerste acceleratie!) op gladde stukken niet doordraait.
Na de eerste acceleratieprocedure (dus bij het rijden over de startlijn) wordt de
functie weer gedeactiveerd.
• Als u in het hoofdmenu (zie afb. 5) op de toets „ENTER“ drukt, kunt u met de
toetsen „+“ resp. „-“ de functie „10:ATS“ kiezen (afb. 68).
• Druk nogmaals op „ENTER“ om naar het instelmenu te gaan (afb. 69).
• Met de toets „ENTER“ kan nu tussen de verschillende instellingen (TRI, POS,
DLY, MOD) worden omgeschakeld.
• Met de toetsen „+“ resp. „-“ kan de waarde worden veranderd.
• Als u op de toets „EXIT“ drukt, komt u in het instelmenu (afb. 68) en wordt de
automatische startfunctie niet geactiveerd.
TRI
Dit is de positie van de gas-/remhendel waarbij de automatische start wordt geactiveerd.
Hier dient een zo laag mogelijke waarde te worden ingesteld (bijv. 1-5%) zodat al bij het geven van een
klein beetje gas de vooringestelde positie (instelling „POS“) voor de gas-/remservo wordt geactiveerd.
POS
Hierbij gaat het om de servopositie (instelbaar: 0%....100%) , die de gas-/remservo in werking stelt
wanneer de gas-/remhendel voor de eerste keer wordt bewogen (dus bij het overrijden van de startlijn).
Deze waarde dient afhankelijk van het traject te worden geselecteerd. Bij gladde trajecten kan bijv.
30% worden ingesteld. Wanneer u dan de eerste keer gas geeft, wordt na een instelbare tijd (instelling
„DLY“) de geprogrammeerde servopositie („POS“) voor de gas-/remservo in werking gesteld.
DLY
Hier dient de tijd te worden ingesteld vanaf wanneer de servo de vooringestelde positie („POS“)
aanneemt. Zo kan bijvoorbeeld ook kort op volgas worden gestart (zodat de motor op toerental komt)
en vervolgens wordt de gas-/remservo naar de vooringestelde maximumwaarde („POS“) teruggebracht.
Bij de waarde „0“ gaat de gas-/remservo direct naar de geprogrammeerde servopositie („POS“); hoe
hoger de ingestelde waarde, des te langer duurt dit.
MOD
Hier wordt de automatische start geactiveerd. Verander de instelling met de toets „+“ resp. „-“.
„INH“ = startfunctie gedeactiveerd
„RDY“ = startfunctie geactiveerd
Bij de instelling „RDY“ is de afstandsbediening „scherp geschakeld“. De eerste beweging, het eerste
gas geven met de bedieningshendel (zie afb. 1, pos. 5) leidt ertoe dat de bovengenoemde instellingen
(„TRI“, „POS“ en „DLY“) worden geactiveerd. Als de afstandsbediening het overschrijden van de
bedieningshendelpositie „TRI“ herkent, dan wisselt de weergave naar „RUN“ en de geprogrammeerde
servopositie „POS“ wordt na de ingestelde tijd „DLY“ ingenomen.
Daarna wordt de automatische startfunctie uitgeschakeld! Voor elke start dient de functie opnieuw van
„INH“ op „RDY“ te worden gezet.
Function11.2V
9:SPEED
10:ATS
11:MODULATE
12:BR_MIX
Afb. 68
ATS 11.2V
TRI
: 1 %
POS: 0 %
DLY: 0
MOD: INH
Afb. 69
Summary of Contents for 20 72 54
Page 200: ...198 ...
Page 201: ...199 ...