187
p) Functie „16:NEUTRAL“, neutraalstanden kalibreren
Met deze functie kan de neutraalstand voor het stuurwiel (zie afb. 1, pos. 4) en
de bedieningshendel (zie afb. 1, pos. 5) opnieuw worden gekalibreerd.
Laat tijdens de kalibratie zowel het stuurwiel als de
bedieningshendel los; beweeg deze niet!
Ga als volgt te werk:
• Als u in het hoofdmenu (zie afb. 5) op de toets „ENTER“ drukt, kunt u met de
toetsen „+“ resp. „-“ de functie „16:NEUTRAL“ kiezen (afb. 84).
• Druk nogmaals op „ENTER“ om naar het instelmenu te gaan (afb. 85).
• Stel met de toetsen „+“ resp. „-“ om tussen „YES“ en „NO“.
Wanneer „YES“ is geselecteerd (zie afb. 86), drukt u op de toets „ENTER“
om de kalibratie uit te voeren. Op het display wordt onderin „OK“
weergegeven, zie afb. 87.
• Verlaat het instelmenu met de toets „EXIT“.
Function11.2V
13:MIX
14:TH HOLD
15:F/S
16:NEUTRAL
Afb. 84
NEUTRAL 11.2V
Set Neutral?
[
NO
] [YES]
READY
Afb. 85
NEUTRAL 11.2V
Set Neutral?
[NO] [
YES
]
READY
NEUTRAL 11.2V
Set Neutral?
[NO] [
YES
]
OK
Afb. 86
Afb. 87
Summary of Contents for 20 72 54
Page 200: ...198 ...
Page 201: ...199 ...