57
• Sluit bij elektromodellen de aandrijfmotor pas aan na volledige inbouw van het ontvangstsysteem. Zo voorkomt u
dat de aandrijfmotor plotseling begint te lopen.
• Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn.
• Controleer vóór elk gebruik de technische veiligheid van uw model en van de afstandsbediening. Let hierbij op
zichtbare beschadigingen, zoals defecte stekkerverbindingen of beschadigde kabels. Alle bewegende onderdelen
moeten soepel werken en er mag geen speling in de lagers aanwezig zijn.
• Gelieve u tot onze “technische helpdesk” (zie hoofdstuk 1 voor het contactadres) of een andere vakman te wenden
indien u vragen heeft die niet met behulp van deze gebruiksaanwijzing opgehelderd kunnen worden.
b) Gebruik
• Gelieve u tot een ervaren modelsporter of een modelbouwclub te wenden als u nog niet genoeg kennis heeft voor
het gebruik van op afstand bediende modellen
• Schakel steeds eerst de zender in. Pas daarna mag de ontvanger in het model ingeschakeld worden. Dit kan anders
tot onvoorziene reacties van het voertuig leiden!
• Richt de antenne van de zender nooit direct op het model. Daardoor wordt de signaaloverdracht naar het model
duidelijk slechter.
• Controleer vóór het gebruik en terwijl het model stilstaat of het zoals verwacht op de commando´s van de afstands-
bediening reageert.
• Let er bij het gebruik van een model altijd op, dat er zich nooit lichaamsdelen of voorwerpen in de gevarenzone van
motoren of andere draaiende aandrijfonderdelen bevinden. Een verkeerd gebruik kan ernstig persoonlijk letsel en
materiële schade tot gevolg hebben!
• Let altijd op een direct zichtcontact met het model en gebruik het daarom ook niet ’s nachts.
• U mag het model alleen besturen als uw reactievermogen niet verminderd is. Vermoeidheid of beïnvloeding door
alcohol of medicijnen kunnen verkeerde reacties tot gevolg hebben.
• Gebruik het model op een plaats waar u geen andere personen, dieren of voorwerpen in gevaar brengt. Gebruik het
alleen op privéterrein of op speciaal daarvoor bestemde plaatsen.
• Bij storingen moet u het gebruik van uw model onmiddellijk stopzetten en de oorzaak voor de fout verhelpen voordat
u het model opnieuw in gebruik neemt.
• Gebruik uw afstandsbediening niet bij onweer, onder hoogspanningsleidingen of in de buurt van zendmasten.
• Laat de afstandsbediening steeds ingeschakeld zolang het modelvoertuig in gebruik is. Om een model af te zetten,
moet u steeds eerst de motor uitschakelen en daarna het ontvangstsysteem. Pas daarna mag de afstandsbediening
worden uitgeschakeld.
• Bescherm de afstandsbediening tegen vocht en sterke vervuiling.
• U mag de afstandsbediening niet langdurig aan direct zonlicht of grote hitte blootstellen.
• Als batterijen worden gebruikt als stroomvoorziening voor de zender, moeten deze voldoende restcapaciteit hebben
(eventueel met een batterijtester controleren). Als de batterijen leeg zijn, moet u steeds de hele set batterijen ver-
vangen.
• Neem geen risico bij het gebruik van het model. Uw eigen veiligheid en die van uw omgeving is afhankelijk van uw
verantwoord gebruik van het model. U alleen bent verantwoordelijk voor een veilige werking van het model!