18
NL – Handleiding voor maskers van serie 8000
Belangrijke aanwijzingen voor de gebruiker
Deze handleiding
is uitsluitend geldig in combinatie met de handleiding voor
gas- en deeltjesfilters. De niet-naleving van deze aanwijzingen
over het gebruik van het product en het niet dragen van de
ademhalingsbescherming in de met een schadelijke stof belas-
te zone kan de gezondheid van de gebruiker schaden en tot
blijvende schade voeren. • Dit gasmasker levert geen zuurstof
(02) • Het apparaat uitsluitend in voldoende geventileerde
ruimten gebruiken, (19,5 vol.-% zuurstof) • Het masker en de
filters moeten overeenkomstig het gehalte aan schadelijke stof
worden gekozen. (Zie tabel 1) • Bij gassen met onvoldoende
waarschuwingseigenschappen mogen filters uitsluitend worden
toegepast, wanneer daarvoor speciale gebruiksregels gegeven
worden. • Bij onbekende of veranderlijke omstandigheden moet
luchtonafhankelijke adembescherming worden gedragen. • De
werkruimte dient onmiddellijk te worden verlaten en het gasmas-
ker moet worden vervangen, als: o het masker beschadigd is, o
het ademen moeilijk wordt, o duizeligheid of uitputting ontstaat.
• Neem bij het toepassen van het masker de handleiding in
acht. • Het product bevat geen metalen onderdelen die in een
explosieve atmosfeer tot ontstekingen kunnen leiden. • Mocht
u vragen hebben over het toepassen van het product, wend u
dan tot MOLDEX-METRIC. • Bovendien dienen bij het gebruik
van ademhalingsapparatuur de desbetreffende nationale wetge-
ving, voorschriften en bepalingen in acht te worden genomen.
• Bij personen met baarden, lange bakkebaarden of overige
anomalieën op het gebied van afdichtlijnen kan in voorkomende
gevallen geen voorgeschreven dichtheid worden bereikt. • Er
mag geen verandering aan de maskers worden aangebracht. •
Aan de gebruikers van de maskers en filters moet hun functionele
bediening bekend zijn. • Het masker en filter dienen in een niet
met schadelijke stof belaste omgeving te worden opgeslagen,
als zij niet worden gebruikt. Attentie: in ongeventileerde tanks en
nauwe ruimten mag niet met filterappa-raten worden gewerkt.
Voorbereidingen voor het gebruik van het halfgelaats-masker
Het halfgelaatsmasker moet elke keer vóór gebruik worden ge-
controleerd. Als beschadigingen of defecten worden vastgesteld,
moet het masker worden vervangen of gerepareerd. Controleer
• Masker op breuken, scheuren en vervuiling. • Het in- en uit-
ademventiel op functie en vervuiling, vervorming of scheuren. •
Of de hoofdbanden intact zijn en voldoende elasticiteit bezit-
ten. Opzetten van het halfgelaatsmasker (Afbeelding 1, 2 en 3)
Plaats het halfgelaatsmasker op de mond en de neus en breng
de hoofdban-den volgens de afbeelding aan. Haak de onderste
banden aan elkaar vast in de nek. Zorg ervoor dat het masker
stevig tegen het gezicht zit door de uiteinden van de hoofd- en
nekband aan te trekken. Voer een controle op dichtheid uit, voor-
dat u uw werkterrein betreedt. Controle op dichtheid door nega-
tievedruk (Afbeelding 4) Sluit met de handpalm de opening van
het deksel van het filterhuis, adem langzaam in. Als het masker
licht wordt samengetrokken, wordt bereikt dat het masker op de
voorgeschreven wijze zit. Als u merkt dat er lucht binnen-stroomt,
corrigeert u de plaatsing van het masker of verandert u de span-
ning van de banden. Herhaal de controle totdat het masker goed
afsluit. Controle op dichtheid door positievedruk (Afbeelding 5)
De handpalm op het uitademventiel leggen en langzaam uitade-
men. Als er geen lucht tussen het masker en het gezicht ontwijkt,
zit het masker op de voorgeschreven wijze. Als u merkt dat er
lucht ontwijkt, corrigeert u de plaatsing van het masker of veran-
dert u de spanning van de banden. Herhaal de controle totdat
het masker goed afsluit. Als het niet mogelijk is om het masker op