Nederlands
11
GEBRUIKSAANWIJZING
In het laadvak van de lader kan een radio met batterij of alleen de batterij worden
geplaatst.
Alvorens een radio met batterij te laden, de radio altijd eerst
uitschakelen.
Batterijen worden het beste geladen wanneer ze tijdens het laden op
kamertemperatuur zijn.
1. Steek het uiteinde van de stroomkabel voor de lader in de
wisselstroomaansluiting op de achterkant van de lader.
2. Steek de stekker aan het andere uiteinde van de stroomkabel in een geschikt
stopcontact. Als de opstartprocedure goed verloopt, ziet u een
ENKEL
KNIPPEREND GROEN
lampje op de laadindicator.
3. Plaats een batterij, of een radio met batterij
(radio uitgeschakeld)
, als volgt in
het laadvak van de lader:
a. Richt de groef aan elke kant van de batterij uit op de opstaande rand aan
beide zijden van het laadvak.
b. Duw de batterij tegen de achterkant van het laadvak.
c. Schuif de batterij in het laadvak, waarbij u erop moet letten dat de lader en
de batterijcontacten goed contact maken.
Als de batterij goed in het laadvak is geplaatst, gaat de laadindicator branden om
aan te geven dat de lader een batterij in het laadvak heeft geregistreerd.
Raadpleeg tabel 13 voor informatie over de betekenis van de laadlampjes.
OPMERKING:
Met de IMPRES adaptieve meervoudige lader worden alleen de
batterijen geladen die zijn goedgekeurd door Motorola, zoals
vermeld in tabel 1 t/m 10. Andere batterijen kunnen veelal niet
worden geladen met de lader.
De IMPRES adaptieve meervoudige lader heeft automatische
functies en voorzieningen die verschillen van andere
batterijladers.
Let goed op de laadindicator om te controleren dat
de lader in de gewenste/verwachte gebruiksmodus werkt.
6866537D22.book Page 11 Wednesday, March 23, 2016 12:53 PM