Verval garantie
Alvorens dit produkt te kiezen en te gebruiken, dient men zich
ervan te overtuigen, dat het geschikt is voor de bedoelde toe-
passing.
Zoals elk produkt, zal dit MSA AUER produkt uitsluitend goed
functioneren als het wordt gebruikt en onderhouden overeen-
komstig de richtlijnen van de fabrikant. Deze gebruiksaanwij-
zing dient daarom zorgvuldig gelezen te worden door iedereen
die verantwoordelijk is of zal zijn voor het gebruik of het onder-
houd van dit produkt.
Onze algemene voorwaarden bepalen dat iedere door MSA
AUER gegeven garantie onder meer vervalt indien het produkt
niet overeenkomstig de richtlijnen in de gebruiksaanwijzing
wordt gebruikt en onderhouden.
Gebruiksaanwijzing
1
Aanduiding, identificatie en toepassing
1.1
Aanduiding
Volgelaatsmasker MSA AUER Ultra Elite PS
1.2
Identificatie
Ultra Elite op het maskerlichaam, PS op de afdekplaat
1.3
Toepassing
Het volgelaatsmasker is op zichzelf geen compleet ademha-
lingsbeschermingsmiddel, maar slechts een deel dat het toestel
met de ademwegen van de gebruiker verbindt (ademaanslui-
ting). Het masker fungeert als aansluiting (EN 136) met snel-
koppeling voor onafhankelijke persluchttoestellen in overdru-
kuitvoering en kan uitsluitend met het bijbehorende MSA AUER
persluchttoestel BD 88 AS worden gedragen. De bijbehorende
gebruiksaanwijzingen van deze toestellen moeten in elk geval
worden opgevolgd. Voor de juiste veiligheidsmaatregelen bij
het gebruik van ademhalingsbeschermingsmiddelen moeten de
geldige voorschriften van de verantwoordelijke autoriteiten
worden nageleefd. Bij gebruik in explosiegevaarlijke omgeving
dient het masker met anti-statische spray of met een waterne-
vel behandeld te worden. Voor gebruikers met baard of bakke-
baarden zal de afichting waarschijnlijk niet volledig zijn. Om bij
brildragers een goede afdichting te waarborgen, moet de spe-
ciale Elite bril worden gebruikt. De Ultra Elite volgelaatsmaskers
voldoen aan de huidig geldende test- en toelatingsrichtlijnen.
2
Constructie, werkingsprincipe en gebruik
van het volgelaatsmasker
Constructie (zie figuur 1).
De inademlucht wordt door de aansluiting van het masker via
het inademventiel langs de binnenzijde van het venster geleid
(zodat het venster praktisch niet beslaat) en via de stuurventie-
len naar het binnenmasker gevoerd. De uitademlucht word
direct via het uitademventiel afgevoerd naar de omgevings-
atmosfeer.
2.1
Gereedhouden
Het masker wordt aan een draagband voor de borst gedragen
of in een draagbus gereed gehouden. Teneinde de binnenkant
van het masker te beschermen wordt bij het gereedhouden
voor de borst de haak van de draagband verbonden met de
gesp op de voorhoofdband.
2.2
Opzetten
Het hoofdbandenstel met beide handen uit elkaar trekken waar-
na de kin in het kinstuk wordt geplaatst. Na het omdoen van het
hoofdbandenstel (let er op dat de banden goed zitten) worden
de banden gelijkmatig aangetrokken, eerst de nekbanden,
verfolgens de banden over de slaap en tot slot de band over het
voorhoofd (figuur 2 en 3).
2.3
Dichtheidstest
Om te controleren of het masker goed afdicht moet de lekdicht-
heid worden gecontroleerd. Hiertoe wordt de aansluiting met
de palm van de hand afgesloten (handpalmtest, fig. 4).
Bij het inademen en het inhouden van de adem mag er geen
binnenstromende lucht waarneembaar zijn. De dichtheidstest
moet voor elk gebruik worden uitgevoerd. Betrouwbaarder is
een lektest in een maskercontrolekamer met het complete
ademhalingsbeschermingsmiddel.
2.4
Afdoen
Om het bandenstel los te maken, moeten de gespen met de
duimen naar voren worden gedrukt (fig. 5). Daarna wordt het
masker aan de aansluiting beetgepakt en over het hoofd naar
achteren getrokken (fig. 6).
3
Onderhoud en service, desinfectie
Tip!
Na elke reiniging, desinfectie en onderhoud een dichtheidstest
uitvoeren.
3.1
Reiniging
Het vuile masker in handwarm water met een mild reinigings-
middel reinigen. Hierbij moeten van te voren de in- en
uitademventielschijven worden verwijderd, het binnenmasker
losgemaakt en het spreekmembraan worden gedemonteerd.
Deze delen moeten afzonderlijk worden gereinigd en
mogen pas na drogen weer worden gebruikt. Gereinigde delen
mogen niet in stralingswarmte (zon, verwarmingselementen)
worden gedroogd. Bij gebruik van een droogkast mag de
temperatuur niet hoger zijn dan 50 °C. (Reinigingsintervallen,
zie punt 5).
3.2
Desinfectie
De desinfectie moet worden uitgevoerd na de reiniging zoals
boven omschreven. Het AUER desinfectiemiddel 90 wordt hier-
voor aanbevolen. Zie voor aanwijzingen aangaande concentra-
ties en inwerktijden de gebruiksaanwijzing van het desinfectie-
middel. Na de desinfectie worden alle delen grondig met water
gespoeld en zoals boven aangegeven, gedroogd en gemon-
teerd.
(Desinfectie-intervallen, zie punt 5).
3.3
Onderhoud
Tot het onderhoud behoort een functietest, het controleren van
de dichtheid van het masker en het uitademventiel, evenals de
vervanging van onderdelen. Bovendien moet worden gecontro-
leerd of het masker, speciaal de ventielschijven, onbeschadigd
zijn. Bij vaststelling van ondichtheid, dient met behulp van
overdruk in een waterbad de ondichtheid (luchtblaasjes) te
worden gelokaliseerd. Het betreffende onderdeel dient te wor-
12
Summary of Contents for Ultra Elite PS
Page 21: ...21 Abb 2 Abb 3 Abb 4 Abb 5 Abb 6...