nl
56
7101898
Verwijderen
1. Zet de mesrotatiekoppeling in de DISEN-
GAGE stand.
2. Zet de versnellingshendel in de neutrale (N)
stand.
3. Trek de handrem aan.
4. Stop de motor.
5. Zet de hefhendel in de middelste snijstand.
6.
(Figuur 15 en Figuur 16)
Maak de
rub-
beren band (1)
los van de
knop (2)
op het
verbindingstuk (3)
.
7.
(Figuur 17)
Pak de
hendels (4)
vast. Haal
de
graszak (5)
weg.
8.
(Figuur 18)
Trek het
verbindingstuk (3)
door het gat in de
achterplaat (6)
.
9. Maak het
verbindingstuk(3)
schoon met
zeep en water.
Installatie
1.
(Figuur 16 en Figuur 18)
Schuif het uiteinde
met de
flens (7)
van het
verbindingstuk (3)
door het gat in de
achterplaat (6)
.
2.
(Figuur 16)
Schuif het uiteinde met de
flens
(7)
van het
verbindingstuk (3)
over het
ver-
lengstuk (8)
.
3.
(Figuur 15 en Figuur 16)
Maak de
rub-
beren band (1)
weer vast aan de
knop (2)
op het
verbindingstuk (3)
.
4. Monteer de graszak weer.
Controleren van het mes
(Figuur 19)
WAARSCHUWING: Voordat u het
mes controleert of verwijdert, moet
u de bougiekabel los trekken. Stop
de motor als het mes een obstakel raakt.
Kijk of de machine beschadigd is. Het mes
heeft scherpe kanten. Draag handschoenen
of gebruik een doek om uw handen te be-
schermen als u het mes vast wilt pakken.
Een scherp, onbeschadigd mes snijdt beter en is
veiliger om mee te werken. Zorg dat het
mes (1)
scherp is en kijk het regelmatig na op overma-
tige slijtage, scheuren of andere beschadigin-
gen. Controleer regelmatig of de
moer (3)
die
het mes op zijn plaats houdt goed vast zit. Stop
de motor als het mes een obstakel raakt. Trek
de bougiekabel los en controleer of het mes ver-
bogen of beschadigd is. Controleer de
tussen-
ring (5)
op beschadigingen. Vervang
beschadigde onderdelen met originele reserve
onderdelen, voordat u de machine weer ge-
bruikt. Neem indien nodig, contact op met een
erkend service center in uw omgeving. Laat elke
drie jaar het mes inspecteren bij een erkend ser-
vice center of vervang het door een origineel
nieuw exemplaar.
Vervangen van het mes
(Figuur 19)
1. Verwijder de maaibehuizing. Zie de aanwij-
zingen onder “Verwijderen van de maaibe-
huizing”.
2. Gebruik een stuk hout om te voorkomen dat
het mes gaat draaien.
3. Verwijder de
moer (3)
die het
mes (1)
op zijn
plaats houdt.
4. Om het
mes (1)
van de
hulpventilator (8)
af
te halen, moet u eerst de
bevestigingsmat-
erialen (9) en (10)
verwijderen
.
5. Controleer het
mes (1)
en de
tussenring (5)
volgens de aanwijzingen onder “inspecteren
van het mes”. Controleer dat de
hulpventila-
tor (8)
niet beschadigd is.. Vervang versle-
ten of beschadigde onderdelen met
originelel nieuw exemplaaren. Neem contact
op met een erkend service center in uw om-
geving.
6. Maak zowel de bovenkant als de onderkant
van de maaibehuizing schoon en verwijder al
het gras en andere rommel. . Maak de
hulp-
ventilator (8)
schoon.
7. Monteer het
mes (1)
en de
hulpventilator
(8)
weer met de
bevestigingsmaterialen (9)
en (10)
. Draai de
bout (9)
die het
mes (1)
op
zijn plaats houdt, aan met een moment van
6,8 Nm.
8. Plaats het
mes (1)
en de
tussenring (5)
op
de
as (6)
.
9. Plaats het
mes (1)
zodanig dat de ophefran-
den (7) omhoog wijzen. Als het mes onderste
boven zit zal het niet goed snijden en kan het
een ongeluk veroorzaken.
10.Zet het
mes (1)
vast met de originele ringen
en
moer (3)
. Zorg dat de platte kant van de
getrapte
ring (2)
tegen het
mes (1)
aan komt
te zitten.
WAARSCHUWING: Zorg er altijd
voor dat de moer (3) die het mes (1)
op zijn plaats houdt goed vast zit.
Een losse moer of een los mes kunnen een
ongeluk veroorzaken.
11. Draai de
moer (3),
die het
mes (1)
op zijn
plaats houdt, vast met een moment van
41,5 Nm.
12.Plaats de maaibehuizing terug. Zie “Verwij-
deren van de maaibehuizing”.
Instellen van de mesrotatie
WAARSCHUWING: Om ongevallen
te voorkomen moet de mesrotatie-
bediening goed werken.
Bij normaal gebruik hoeft de mesrotatie niet aan-
gepast te worden. Echter, als de maai-prestatie
en kwaliteit achteruit gaan, moet u de volgende
aanpassingen verrichten.
1. Zorg dat tijdens het maaien de gashendel in
de FAST stand staat.
2.
(Figuur 20
)
Zet de mesrotatiebediening in de
DISENGAGE stand (1)
.
3. Zet de motor af en trek de bougiekabel los.
4. Controleer het (de) mes(sen). Zorg dat de
mesranden geslepen zijn. Een bot mes zal
tot gevolg hebben dat de punten van het
gras bruin worden.
5.
(Figuur 21)
Maak de
mesaandrijfveer (2)
los van de
mesbedieningsstang (1)
. Haak
de
mesaandrijfveer (2)
in het
middelste gat
(4)
. Hierdoor wordt de spanning op de maai-
aandrijfveer vergroot.
6. Duw de bougiekabel weer op de bougie.
Maai een korte afstand en controleer op-
nieuw de kwaliteit van het gemaaide gras.
Zet de
mesaandrijfveer (2)
in het
onderste
gat
(5)
, indien nodig.
7. Controleer de kwaliteit van het gemaaide gras
opnieuw. Als de kwaliteit nog niet verbeterd is,
moet u de maaiaandrijfriem vervangen. Als dit
ook niet helpt, moet u de maaier naar een er-
kend service center brengen.
8. Zet de mesrotatiebediening in de DISEN-
GAGE stand (1) en zet de motor af.
9.
(Figuur 22)
Controleer de werking van de
mesrem. Draai de
hulpschijf (5)
met de
hand. Zorg ervoor dat het
remblok (7)
stevig
tegen de
hulpschijf (5)
aangedrukt wordt .
WAARSCHUWING: Als het remblok
(7) niet goed tegen de hulpschijf (5)
kan worden gedrukt, moet u de
maaier naar een service center brengen,
moet u de maaier naar een erkend service
center brengen.
10.
(Figuur 20)
Zet de mesrotatiebediening in de
ENGAGE stand (2)
.
11.
(Figuur 22)
Controleer het blokje van de
mesrem (7)
. Als dit bovenmatig versleten of
beschadigd is, moet de rem unit vervangen
worden De juiste onderdelen en assistentie
zijn verkrijgbaar via een erkend service cen-
ter.
12.Duw de bougiekabel weer op de bougie.
Maai een korte afstand en controleer op-
nieuw de werking van de mesrotatie.
13.Als u de mesrotatiebediening in de DISEN-
GAGE stand zet, moet het geheel binnen vijf
seconden tot stilstand komen. Als u een
nieuwe maaiaandrijfriem heeft en deze speling
vertoont of de mes(sen) het mes blijft blijven
doordraaien, moet u de mesrotatie vijf keer in-
en uit-schakelen om overmatig rubber van de
riem te verwijderen. Breng de maaier naar een
erkend service center als u hulp nodig heeft.
14.
(Figuur 21)
Als u een nieuwe aandrijfriem
plaatst, moet de
mesaandrijfveer (2)
in het
bovenste gat (3)
gehaakt worden.
Instellen van de versnellingshendel
(Figuur 30)
Als de NEUTRAL stand van de versnellingshen-
del niet overeenkomt met de werkelijke neutrale
(vrij) stand van de tandwielkast, moet u de ver-
snellingshendel als volgt instellen.
1. Stop de motor.
2. Maak de
instelmoer (2)
los van de
schake-
larm (3)
.
3. Zorg ervoor dat de versnellingshendel in de
NEUTRAL stand staat.
4. Duw de machine naar voren en zorg dat de
tandwielkast vrij (in de neutrale stand) staat.
5. Breng de
instelmoer (2)
op één lijn met het
gat in de
schakelarm (3)
door aan de
instel-
moer (2)
te draaien.
6. Maak de
instelmoer (2)
weer vast aan de
schakelarm (3)
.
7. Vergewis u ervan dat de NEUTRAL stand
van de versnellingshendel nu overeenkomt
met de werkelijke neutrale (vrij) stand van de
tandwielkast.
Controleren en instellen van de
koppeling
(Figuur 23)
Als de aandrijfriem los zit zal de koppeling slip-
pen als u: een helling op rijdt, een zware last
trekt of de maaier zal in zijn geheel niet rijden.
Stel de koppeling in als volgt.
Summary of Contents for 312006x51A
Page 3: ...3 7101898 7 10 3 9 8 11 8 3 14 9 9 3 13 12 15 10 9 11 1 2 12 9 ...
Page 4: ...4 7101898 3 6 1 2 4 5 7 13 1 2 14 2 1 15 1 2 16 3 7 8 5 17 18 4 3 6 9 ...
Page 6: ...6 7101898 1 2 25 1 2 26 1 2 27 1 2 28 3 4 1 29 2 ...
Page 7: ...7 7101898 1 2 3 4 5 30 3 2 1 31 6 1 2 3 4 32 1 3 2 33 ...
Page 8: ...8 7101898 2 3 3 4 4 5 6 7 8 9 1 1 34 1 ...
Page 112: ...lv 112 ...
Page 122: ...et 122 ...
Page 131: ...pl 131 ...
Page 140: ...140 ...
Page 141: ......