M1.2.CAT420.NLFREN 24092018
4
NL
TOOLS
3 Gebruik
1. Voorbereiding van het werkstuk
Het werkstuk moet vrij van olie, vet en vocht zijn. Verzeker u ervan, dat het werkstuk droog is vooraleer u het in de
cabine zet.
2. Luchtdruk
Werkdruk: van 50 tot 80 psi/3,45 tot 5,51 bar. Een hogere druk (maximum 125 psi/8,61 bar) kan gebruikt
worden, maar dit kan een snellere slijtage van sommige schuurmiddelen veroorzaken (bijv. glaskorrels).
- Regel de druk op 80 psi/5,51 bar. De meeste werkstukken kunnen met een druk van 80 psi/5,51 bar gereinigd
worden. Voor dun staal, aluminium of andere fijne materialen, begin met een lagere druk en verhoog deze
geleidelijk tot de gewenste afwerking.
Waarschuwing: Sluit geen hoge druk gasfles aan, anders ontstaat er een breuk- en
explosiegevaar.
3. Hoek en afstand van het pistool
Richt het pistool naar het werkstuk onder een hoek van 45-60 graden, en naar de achterkant van de cabine. Richt
het pistool niet onder een hoek van 90 graden op het werkstuk. Dit zou een terugslag van het schuurmiddel naar het
pistool veroorzaken, en zijn actie verminderen. Een hoek van 90 graden zou ook een overmatige slijtage van het
pistool en van het zichtvenster veroorzaken. Houd het pistool ongeveer 6 duimen/15 cm ver van het werkstuk.
Waarschuwing: Het pistool mag nooit naar de bediener gericht worden. Werk nooit met
een open deur. Bij het laden en lossen mag niemand op de plaats van de bediener, aan de
voorkant van de cabine staan.
Cabines met veiligheidsdeuren, die het inschakelen van het pistool met een open deur onmogelijk maken, zijn
beschikbaar. Neem contact op met uw verdeler voor meer informatie.
4. Schuurmiddel
Het schuurmiddel moet droog en van goede kwaliteit zijn. Indien het schuurmiddel vochtig is, stroomt het niet goed
en het doseerventiel en de trechter kunnen verstopt raken.
Gebruik nooit zand.
Er bestaan veel soorten schuurmiddelen voor verschillende afwerkingen. Als u niet weet welk schuurmiddel te
gebruiken voor een specifiek werk, raadpleeg uw verdeler.
5. Doseerventiel
Met het doseerventiel kunt u de hoeveelheid schuurmiddel regelen, die in het pistool aankomt. Dit ventiel bevindt
zich aan de onderkant van de trechter en het schuurmiddel wordt door de bovenkant binnengebracht. Wanneer het
pedaal ingedrukt wordt, wordt een vacuüm gecreëerd, dat de lucht naar het pistool door de slang aanzuigt. Een
7/6’’ bout dient voor de regeling. Als de gaten te ver gesloten zijn, zal er te veel schuurmiddel aangezogen worden,
en het pistool kan trillen. Als de gaten te veel open zijn, zal er te weinig schuurmiddel aangezogen worden, en de
efficiëntie zal verminderen.
6. Grootte van het mondstuk
Met een groter mondstuk kan de productiviteit aanzienlijk verhogen. Een breder mondstuk produceert een bredere
straal. Dit vereist echter meer lucht (uw compressor moet een voldoende capaciteit hebben).
4 Onderhoud
1. Pistool
Het mondstuk moet na 10-12 werkuren gecontroleerd worden. Als het ongelijkmatig versleten is, draai het mondstuk
1/4 slag.
2. Klonteren van het schuurmiddel
Het klonteren van het schuurmiddel wordt door vochtigheid in de lucht of door een vettig of olieachtig werkstuk
veroorzaakt. Als dit niet verbeterd wordt, kan het schuurmiddel niet gelijkmatig stromen en het doseerventiel en het
pistool kunnen verstopt raken. Controleer de luchttoevoer; als er water is, installeer een goede ontvochtiger. Als het
werkstuk vettig of olieachtig is, reinig deze grondig.
copyrighted
document
- all
rights
reserved
by
FBC