M1.2.ME15W-ME20W.NLFREN 30032018
3
NL
MACH
1.2 Algemene veiligheidsvoorschriften
AANDACHT!
Bij het gebruik van elektrisch gereedschap, moeten voorzorgmaatregelen worden genomen, om
het risico van brand, elektrische schokken en letsels te reduceren.
Lees de veiligheidsvoorschriften aandachtig alvorens uw machine te gebruiken.
• Zorg ervoor, dat de werkruimte altijd opgeruimd is. Wanorde is een bron van gevaar.
• De machine mag niet aan regen, damp of vocht worden blootgesteld.
• De werkruimte moet goed verlicht en geventileerd zijn.
• Werk niet met de machine in de buurt van brandbare vloeistoffen of gassen.
• Houd kinderen en andere onbevoegde personen buiten de werkruimte.
• Wanneer niet in gebruik, moeten gereedschappen op een droge plaats en buiten bereik van kinderen worden opgeslagen.
• Overbelast de machine nooit. Deze zal veiliger en effectiever werken als ze volgens haar capaciteiten wordt gebruikt.
• Gebruik steeds het gepaste werktuig voor ieder werk.
• Draag geschikte werkkledij, geen losse kleding of accessoires die in bewegende delen kunnen worden getrokken. Bind
lang haar samen of draag een haarnetje.
• Draag veiligheidsschoenen.
• Draag een veiligheidsbril.
• Zorg ervoor, altijd een stabiele houding te hebben en balans te houden tijdens het werk.
• Zorg voor een correct onderhoud van gereedschap. Het gereedschap moet schoon en scherp blijven voor een optimale
efficiëntie. Volg de instructies voor de wisseling en smering van onderdelen. Controleer de elektrische kabels regelmatig en
vervang deze indien beschadigd. Zorg ervoor, dat uw handen schoon, droog en vrij van olie en vet zijn.
• Verwijder de servicewerktuigen van de machine voor gebruik.
• Voorkom een onbevoegd opstarten van de machine. Draag de machine niet met een vinger op de schakelaar.
• Blijf altijd voorzichtig en geconcetreerd tijdens het werk. Gebruik de machine niet indien u zeer moe bent, of ziek, of onder
de invloed van alcohol, drugs of geneesmiddelen die uw concentratievermogen kunnen verminderen.
•
Controleer de machine regelmatig. Repareer of vervang de defecte delen onmiddellijk. Controleer dat alle bevestigingen
goed vast zitten, dat alle bewegende delen normaal functioneren, dat alle veiligheidsvoorzieningen aanwezig zijn en
correct werken.
• Gebruik enkel accessoires en onderdelen die door de fabrikant worden aanbevolen of verkocht.
• Bewaar deze handleiding in de nabijheid van de machine voor verdere raadpleging.
1.3 Specifieke veiligheidsvoorschriften
• Ontkoppel de machine van de stroomtoevoer alvorens de slijpstenen of beschermkappen te vervangen.
• Vervang een gebarsten of beschadigd slijpsteen onmiddellijk.
• Gebruik altijd de ogenbeschermingsglazen.
• Maak steeds zeker dat de ogenbeschermingsglazen en werkstuksteunen correct ingesteld zijn.
• Draai de bevestigingsmoer van het slijpsteen of de borstel niet te strak aan.
• Zorg ervoor, dat de afstand tussen het slijpsteen en de werkstuksteun niet groter is dan 1,6 mm, en houd ermee rekening,
dat de slijpsteen diameter vermindert door de slijtage.
• Houd een afstand van 1,6 mm tussen het slijpsteen en het vonkenscherm.
• Gebruik slijpstenen die geschikt zijn voor de snelheid van de machine.
• Maak zeker dat de slijpstenen correct draaien alvorens de machine in te schakelen.
• Blijf aan de zijkant van de slijpmolen wanneer u deze inschakelt, blijf niet voor de machine.
• Wanneer u een nieuw slijpsteen installeert, laat het gedurende 1 minuut draaien voor het werk, om zeker te maken dat het
normaal draait.
• Gebruik de machine niet zonder de afdekkappen van de slijpstenen.
• Gebruik de slijpmolen niet om te snijden.
• Overbelast de machine nooit.
• Gebruik een handafvlakker om de bramen te verwijderen.
copyrighted
document
- all
rights
reserved
by
FBC