M1.1.TPT1300-TPT2000.NLFREN 08122017
9
NL
Verdichten
AANDACHT!
Gebruik de machine niet op beton of andere zeer harde, droge en compacte oppervlakken. De
plaat zal springen in plaats van trillen, en dit kan de machine en de motor beschadigen.
1. Nadat de motor opgewarmd is, trek op de gashendel om de motorsnelheid te verhogen. De trilplaat begint te trillen en
vooruit te gaan.
2. De trilplaat is geschikt om met een motortoerental van 3600 tpm te draaien (volle gas). Als de motor met een lagere
snelheid draait, zullen de verdichtingskracht en de bewegingssnelheid verminderd worden. Dit zal overmatige vibraties “uit
synchronisatie” veroorzaken, met als gevolg een slechte verdichting, minder hanteerbaarheid, overmatige slijtage van de
machine en ongemak voor de bediener.
3. Leid de machine, maar laat de trilplaat werken. Een te harde druk op het handvat is onnodig en leidt tot slijtage van de
schokdemper.
4. Op een vlakke ondergrond, verplaatst zich de machine snel. Op een oneffen of hellende grond, kan een lichte voorwaartse
druk op de hendel nuttig zijn, om de machine vooruit te helpen.
5. Het aantal vereiste passages om de gewenste verdichting te bereiken is afhankelijk van het type en de vochtgehalte van de
bodem. Het maximum verdichtingsgraad wordt bereikt wanneer u een te grote terugloop vaststelt.
• Bij gebruik van de trilplaat op asfalt, is een sprinkler kit noodzakelijk, om te voorkomen dat de bodemplaat op de
hete asfaltoppervlakte vastkleeft.
• Bij gebruik van de machine op straatstenen, bevestig een mat onder de trilplaat, om splinters of het schuren van het
stenenoppervlak te voorkomen. Een speciale urethaan mat is optioneel verkrijgbaar voor deze toepassing.
• Terwijl een zekere vochtigheid in de bodem nodig is, kan overmatige vocht coagulatie van deeltjes veroorzaken, en
een goede verdichting verhinderen. Als de bodem zeer nat is, laat deze drogen voor het verdichten.
• Als de bodem zo droog is, dat een stofwolk tijdens het verdichten ontstaat, maak deze nat om uw werk te
verbeteren. Dit reduceert eveneens het gebruik van de luchtfilter.
De motor stilzetten
Om de motor in noodgeval stil te zetten, draai de motorschakelaar op OFF. In normale omstandigheden, volg de volgende
stappen:
1. Om de verplaatsing van de machine te stoppen, zet de gashendel in de stationaire stand.
2. Laat de motor een tot twee minuten afkoelen, alvorens deze stil te zetten.
3. Zet de motorschakelaar op OFF.
4. Sluit de brandstofkraan indien nodig.
AANDACHT!
Zet de starter niet in gesloten positie (CLOSE) om de motor stil te zetten. Dit kan een terugslag
veroorzaken of de motor beschadigen.
Stationaire stand
Zet de gashendel in de stationaire stand (SLOW), om de spanning op de motor te verminderen, terwijl er geen verdichting
gebeurt. Het gebruik van de stationaire stand verlengt de levensduur van de motor, vermindert het brandstofverbruik en het
geluidsniveau van de machine.
7 Onderhoud
Een regelmatige onderhoud verlengd de levensduur van de machine en van de componenten.
Preventief onderhoud
1. Schakel de motor uit en laat deze afkoelen.
2. Houd de gashendel in de stationaire stand (SLOW), en verwijder de bougiekabel.
3. Controleer de trilplaat op goede algemene toestand. Controleer of er losgedraaide schroeven zijn, of niet goed uitgelijnde
of vastzittende bewegende delen, gebarsten of gebroken delen of andere storingen.
4. Verwijder vuil van de machine met een zachte borstel, een stofzuiger of perslucht. Smeer vervolgens alle bewegende delen
met lichte machineolie.
5. Maak de basisplaat van de machine zodra deze met gronddeeltjes vuil wordt. Het werkresultaat kan niet optimaal zijn, als
het plaatoppervlak niet glad en schoon is.
6. Vervang de bougiekabel.
copyrighted
document
- all
rights
reserved
by
FBC