6
1. Gebruik de paalbeugel als referentie, markeer en boor de gaten voor de paalbeugel.
2. Bevestig de paalbeugel met het juiste bevestigingsmateriaal op basis van de bestaande installatie (bouw-/materiaalsubstantie). Raadpleeg de fabrikant van de poort.
3. De sleuven in de paalbeugel maken uitlijning mogelijk. Wanneer de paalbeugel waterpas staat, draait u de moeren vast.
5.4 Montage van de aandrijving en aanpassing van de slagafstand
1. Lijn de gaten van de aandrijving uit op de gaten van de paalbeugel en bevestig ze met de schroeven en moeren (zie afbeelding 3.a).
2. Verbind de arm met de as van de motoreenheid (zie afbeelding 3.b). Monteer de plastic beschermkap nog niet, als u van plan bent om harde aanslagen voor de
aandrijving te installeren.
3. Ontgrendel de aandrijvingskoppeling met de ontgrendelsleutel (zie afbeelding 4 op pagina 7).
4. Breng de poortvleugel naar de gesloten positie.
OPMERKING:
Het systeem moet werken met externe harde aanslagen in beide richtingen.
5.4.1 Installatie met harde aanslagen buiten de poort: (poort harde aanslagen reeds geïnstalleerd)
a. Plaats de poortbeugel in de gewenste volledig gesloten positie zoals aangegeven in afbeelding 3.c. Bevestig het tijdelijk aan de poortvleugel en verbind het met de
aandrijfarm rekening houdend met de afmetingen A, B en C uit tabel 1.
b. Handmatig openen en sluiten van de poort in de gewenste posities. Zorg ervoor dat de aandrijfarm niet vastzit en of de poort soepel beweegt.
c. Maak een permanente verbinding van de poortbeugel op de gekozen juiste positie.
5.4.2 Installatie met harde aanslagen voor de aandrijving: (geen poort harde aanslagen geïnstalleerd)
a. Plaats de poortbeugel in de gewenste volledig gesloten positie zoals aangegeven in afbeelding 3.c. Maak het tijdelijk vast aan de poortvleugel (maak nog geen permanente
verbinding met de poortvleugel om aanpassingen mogelijk te maken) en verbind het met de aandrijfarm rekening houdend met de afmetingen A, B en C uit tabel 1.
b. Handmatig openen en sluiten van de poort in de gewenste posities. Zorg ervoor dat de aandrijfarm niet vastzit en of de poort soepel beweegt.
c. Bevestig de harde aanslag van de aandrijving in de positie "sluiten" zo dicht mogelijk bij de arm (zie afbeelding 3.d).
Houd de poortvleugel in de gewenste positie "gesloten"en pas de positie van de poortbeugel zo aan, dat de arm in de positie "sluiten" tegen de harde aanslag duwt
(zie afbeeldingen 3.e en 3.f).
d. Maak een permanente verbinding van de poortbeugel op de gekozen juiste positie.
e. Open de poort tot de gewenste positie "openen" en bevestig de harde aanslag van de aandrijving voor de positie "openen" zo dicht mogelijk bij de arm
(zie afbeeldingen 3.g en 3.h).
f. Monteer de beschermkap aan de onderkant van de aandrijving (zie afbeelding 3.i).
4.3 Een combinatie van aandrijving en harde aanslag van de poort is toegestaan. Gebruik de respectievelijke instelprocedures zoals hierboven beschreven.
5. Herhaal de procedure voor de eenheid aan de tegenovergestelde kant.
5.3 Paalbeugel installatie
OPMERKING:
Gebruik voor bakstenen of betonnen palen de juiste pluggen en
schroeven. Houd de juiste afstand tot de paalranden aan.
Bij metalen palen dient u rekening te houden met de dikte van de paal en de beugel
rechtstreeks aan de paal te lassen of te schroeven.
Gebruik voor houten palen de juiste schroeven en gebruik indien nodig
verstevigingsplaten.
Voorzichtigheid: De bevestigde beugels mogen na de installatie en tijdens het gebruik
niet losraken.
Afbeelding 2
3.a
3.b
13 mm
6 mm
3.c
5. MECHANISCHE INSTALLATIE
Afbeelding 3