NL
21
4. Buis
Om de telescoopbuis te monteren (afb. 1, 1) dienen de schroeven van de
clip te worden losgedraaid (afb. 6, X) en de clip geopend.
Leg de buis midden in de houder en kap de clip weer dicht. De schroef van
de houder dient handvast gedraaid te worden.
Zet nu de buis incl. clip met de lensopening richting het noorden op de
montering. Bevestig de buishouder met de klemschroef van de monterings-
kop (afb. 7).
5. Oculair monteren
Bij de telescoop zijn twee oogglazen (afb. 1+2, 18) en een Zenitspiegel (afb.
1+2, 19) -bijgevoegd.
Met de oogglazen wordt de vergroting van de telescoop -geregeld.
Voordat de oogglazen en de Zenitspiegel erin gezet worden, -verwijder eerst
de stofbeschermkap van de oogglassteunen (afb. 1, 6) en de prisma.
Maak de klemschroef (Afb. 8, X) los van de oogglassteunen en steek eerst
de Zenitspiegel in de oogglassteunen. Draai de -klemschroef (Afb. 8, X) van
de oogglassteun weer aan.
Aansluitend bevestigt u het oculair 20 mm op dezelfde manier, door het
openen en sluiten van de klemschroeven (afb. 9, X) in de zenitspiegel.
Let op dat het oogglas naar boven is gericht. In andere gevallen de
klemschroef (afb. 8, X) verwijderen van de oogglassteunen en draai de
Zenitspiegel is deze positie.
GEFAHR von Körperschäden!
Schauen Sie mit diesem Gerät niemals direkt in
die Sonne oder in die Nähe der Sonne. Es besteht
ERBLINDUNGSGEFAHR!
6. Monteren en afstellen van de richttelescoop
De richttelescoop en de houder ervan zitten al gemonteerd in de verpakking.
Schuif deze met de voet van de houder volledig in de basis van de telescoop-
buis (afb. 10). De houder klikt vast. Let erop dat het objectief van de richtte-
lescoop in de richting van de opening van de telescoopbuis wijst.
Op de houder zitten twee klemschroeven (zwart) en een stelschroef (zil-
ver) met veer (afb. 1, 3). De klemschroeven (zwart) kunnen nu gelijkmatig
worden aangedraaid totdat u een weerstand voelt. De richttelescoop is nu
vastgemaakt.
Voordat u een waarneming kunt doen is het noodzakelijk om de richtte-
lescoop af te stellen - zodanig dat de richttelescoop en de hoofdtelescoop
beide op exact de zelfde positie zijn gericht. Ga als volgt te werk om de
richttelescoop af te stellen:
TIP!
Neem het 20mm-oculair, monteer deze op de zenitspiegel
en richt de hoofdtelescoop op een eenvoudig te vinden
en goed herkenbaar object op de horizon (afb. 11,
kerktoren, gevel van een huis) Het object moet minstens
200-300m ver weg zijn. Houd het object exact in het
midden van het oculair.
i
De beeldweergave is weliswaar rechtop maar in spiegelbeeld. In de richt-
telescoop is de beeldweergave daarentegen rechtop en niet gespiegeld.
Draai aan ( re/ li. ) aan een van beide stelschroeven van de richttelescoop
en kijk daarbij constant door de zoeker. Ga door met bijstellen totdat het
richtkruis van de richttelescoop exact op de positie staat die overeenkomt
met het beeld door de hoofdtelescoop.
Scherpstellen van de richttelescoop:
Draai de ring van de voorste lens (afb. 10, X) een tot twee slagen naar links.
U kunt nu de counterring apart instellen.
Kijk door de richttelescoop en focus deze op het object. Draai de voorste
lens linksom of rechtsom totdat het object scherp is. Schroef nu de ring van
de lens terug op de houder.
7. Berschermkappen
Om de binnenkant van de telescoop tegen stof e.d. te beschermen is de
tube opening door een stofbeschermkap beschermd.
Neem de kap ter observatie van de opening.
7. Buigzame assen
Om de exacte instelling van de declinatie- en rechte-klimmings-as te verge-
makkelijken, kunnen de buigzame assen aan de daarvoor bedoelde houders
van de beide assen worden bevestigd. (afb. 13, X)
De lange buigzame as (afb. 1, 14) wordt parallel aan de telescoopbuis
gemonteerd. Hij wordt bevestigd met een klemschroef bij de hiervoor bedo-
elde inkeping op de as.
De korte buigzame as (afb. 1, 15) wordt zijdelings gemonteerd. Hij wordt
bevestigd met een klemschroef bij de hiervoor bedoelde inkeping op de as.
Uw telescoop is nu klaar voor gebruik.
Deel II – De bediening
1. De montering
Uw telescoop is uitgerust met een nieuw type montering die twee soorten
waarneming mogelijk maakt.
A: Azimutaal
= ideaal voor horizonwaarneming
B: Parallactisch
= ideaal voor hemelwaarneming
A. Azimutaal:
Bij azimutale opstelling wordt de telescoop in horizontale en verticale richting
gedraaid.
1.Maak de poolhoogteklemschroef (afb. 14a, X ) los en draai de grondplaat
totdat deze horizontaal staat (tot de aanslag). Draai de poolhoogteklem-
schroef weer aan.
2. Maak de verticale klem los (afb. 15, A), breng de buis in horizontale stand
en bevestig de klem weer.
De telescoop kan nu horizontaal en verticaal bewogen worden door te
draaien aan de buigzame assen (afb. 1, 14+15).
B. Parallactisch:
2. Plaatsing (bij nacht)
Een donkere plaats is zeer belangrijk voor veel waarnemingen, omdat sto-
rend licht (van lampen en lantaarns) de scherpte van het telescoopbeeld erg
kunnen beïnvloeden.
Wanneer u vanuit een verlichte ruimte 's nachts naar buiten gaat, moeten
uw ogen eerst aan het donker wennen. Na ong. 20 minuten kunt u dan
beginnen met sterrenkijken.
Doe nooit waarnemingen vanuit een gesloten ruimte en zet uw telescoop met
alle accessoires ong. 30 min. voor het begin van de waarneming klaar zodat
de temperatuur in de buis zich kan aanpassen.
Daarnaast dient u erop te letten dat de telescoop op vlakke, stabiele grond
staat.
3. Nulpositie
Maak de poolhoogteklemschroef (afb. 14a, X) los en stel de bodemplaat
(afb. 15, B) grofweg in op uw breedtegraad aan de hand van de schaal op
de stang. Draai de driepoot met de markering (N) naar het noorden. De
bovenkant van de bodemplaat wijst naar het noorden (afb. 14b). De staaf
voor het instellen van de breedtegraad (afb. 14a, Y) wijst naar het zuiden.
4. Instellen van de geografische breedtegraad
U kunt de breedtegraad van uw locatie vinden in een stratenboek, een atlas
of op Internet. Nederland ligt tussen 53,5° (Schiermonnikoog) en 50,9°
(Maastricht) - België tussen 51,3° (Turnhout) en 49,5° (Aubange)
Maak nu de poolhoogteklem los (afb. 14, X) en kantel de plaat totdat het
getal op de instelstaaf voor de breedtegraad (afb. 14, Y) overeenkomt met
de breedtegraad van uw locatie. (bv. 51°).