26
Eventueel kan men met behulp van de buigzame golven de ster pre-
ciezer afstemmen alsmede de instelling van de
beeldscherpte.
Verder kan men door een oculair-wissel een hogere vergroting instel-
len. Gelieve erop te letten dat de vergroting van de sterren nauwelijks
waar te nemen is.
Tip:
De oculairen zijn die delen van het lenzensysteem
die naar het oog toe gericht zijn. Met het oculair
wordt het in het brandpunt van het objectief
optredende beeld opgenomen, d.w.z. zichtbaar
gemaakt en nog eens uitvergroot. Er zijn oculairen
met verschillende brandpuntsafstanden nodig om
verschillende vergrotingen te realiseren. Begin elke
observatie met een oculair met lage vergroting (=
lage brandpuntsafstanden van 20mm).
i
8. Sterren zoeken:
In het begin valt de orientering aan de sterrenhemel zeer zwaar,
omdat de sternen altijd in beweging zijn en pas na jaartijd, datum on
uur de positie aan de hemel veranderen.
De uitzondering laat de poolster zien. Dit is een ster en uitgangspunt
van alle sterrenkaarten. Op de tekening ziet men een bekende ster-
renafbeelding en sterposities die het hele jaar zichtbaar zijn. De rang-
schikking van de sterren is altijd afhankelijk van datum en tijd.
Wanneer men de telescoop op één van deze sterren richt dan kan
men vaststellen dat deze na enige minuten uit het gezichtsveld ver-
dwenen is. Om dit effect te vereffenen bedient men de buigzame
golven (K) van de uren-as en en de telescoop zal de vliegbaan van de
sterren volgen.
9. Onderdelen:
Sterren en andere hemellichamen worden aan de hemel door coördi-
naten gelokaliseerd. De plaats van de sterren in het
uni versum worden door rechte klimming en de declinatie bepaald.
Declinatie (C) is de afstand van een ster in hoekgraden. Ten noorden
van de evenaar worden het gradenaantal positief. Bevindt de ster zich
ten zuiden van de evenaar dan wordt het gradenaantal voorzien van
een ”-” teken.
Rechte klimming (M) is een op de evenaar gemeten afstand van een
ster van het lengtepunt. Het lentepunt is het snijpunt van de hemel-
sevenaar met de schijnbare zonneweg (de zog. ecliptica) (No. 26, e).
Dit gebeurt in de lente als de dag en de nacht even lang zijn (einde
maart).
De waarde wordt, de dagelijkse aardedraaing tegemoet, in een tijds-
bestek van 0 tot 24 uur geteld.
Nadere informatie vindt men op de sterrenkaarten of
vergelijk bare literatuur.
10. Toebehoor
Bij uw telescoop in de basisuitvoering is nog meer toebehoor (No. 2).
Afhankelijk van het model kunnen dat
10.1. Oculairen:
Door het wisselen van de oculairen legt u de vergroting van uw
telescoop vast.
700 mm
÷ 20 mm
= 35X
700 mm
÷ 12,5 mm
= 56X
700 mm
÷ 4 mm
= 175X
Formule voor de berekening van de vergroting:
Brandpuntafstand (Telescoop) ÷ Brandpuntafstand (Oculair) =
Vergroting
Voorbeelden:
10.2. Zenitspiegel (enkel Refractor):
De Zenitspiegel (No. 2, 19) veroorzaakt een beeldomkering (spiegel-
verkeerd) en wordt daarom enkel voor hemelobservaties gebruikt.
10.3. Omkeerlens:
Om een juist opstaand beeld te zien, kunt u een omkeerlens gebru-
iken.
Maak hiervoor de klemschroef (No. 25, X) los en verwijder alle toe-
behoor uit de oculairsteunen (No. 1, 6). Zet dan de omkeerlens (No.
2, 20) recht in de oculairsteunen in, en draai de klemschroeven weer
handvast aan. Dan zet u het oculair (bvb. f=20 mm) in de opening van
de omkeerlens en u draait klemschroef (No. 25, Y) vast.
10.4. Barlowlens:
Met een Barlowlens bereikt u een bijkomende, tot drievoudige, stijging
van de vergroting.
10.4.1 Montage en gebruik van de lenzentelescopen
Als u een lenzentelescoop gebruikt, mag de Barlowlens enkel in de
zenitspiegel (No. 13a, X) ingezet worden. Verwijder dus het oculair uit
de zenitspiegel en vervang deze door de Barlowlens. Aansluitend zet
u eerst het oculair met het grootste brandpunt in en u draait de klem-
schroeven handvast aan om te fixeren (No. 24)
10.4.1 Montage en gebruik van de spiegeltelescopen
Als u een spiegeltelescoop gebruikt, maak dan alsjeblieft de klem-
schroeven aan de oculairsteunen los (No. 13b, X) en verwijder het
oculair uit de oculairsteunen. Zet dan de Barlowlens recht in de
oculairsteunen en draai de klemschroeven weer handvast aan.
Aansluitend zet u eerst het oculair met het grootste brandpunt in en u
draait de klemschroeven handvast aan om te fixeren (No. 24)
11. Handhaving – afbouw:
De telescoop is een hoogwaardig en optisch apparaat. Daarom moet
men vermijden dat stof en vochtigheid met de telescoop in aanraking
komen. Vermijdt vingerafdrukken op de lenzen.
Wanneer er toch viezigheid en stof op telescoop terechtkomen ver-
wijder deze eerst met een zachte penseel. Daarna reinigen met een
zachte, pluisvrije doek. Vingerafdrukken op de optische plekken kan
men het beste verwijderen met een zachte, pluisvrije doek waarop
men een beetje alcohol kan doen.
Wanneer de telescoop eenmaal verstoft en vochtig is probeer het dan
niet te reinigen maar laat het in dit geval doen door een vakman.
Tip:
Voor astronomische observatie is de omkeerlens
niet geschikt. Gebruik hierbij uitsluitend de zenit-
spiegel en een oculair. Voor observaties op de
aarde of van de natuur kunt u gebruik maken van
de omkeerlens met een oculair.
i
TIPS voor reiniging
Reinig de lenzen (oculair en/of objectief) alleen met een zachte en
pluisvrije doek (b. v. microvezel). Druk niet te hard op de doek om het
bekrassen van de lens te voorkomen.
Om sterke bevuiling te verwijderen kunt u de poetsdoek met een
brillenreinigingsvloeistof bevochtigen en daarmee de lens poetsen
zonder veel kracht te zetten.
Bescherm het toestel tegen stof en vocht! Laat het toestel na gebruik
– zeker bij hoge luchtvochtigheid – enige tijd op kamertemperatuur
acclimatiseren zodat alle restvocht geëlimineerd wordt. Plaats de
stofkappen terug en berg het toestel op in de meegeleverde tas.
Deel III – Aanhangsel
1. Suggesties voor te observeren hemellichamen
In het volgende hebben we voor u een paar bijzonder interessante
hemellichamen en sterrenhopen uitgezocht en van uitleg voorzien. Op
de bijbehorende afbeeldingen aan het eind van de handleiding wordt
getoond hoe u deze door uw telescoop met de bijgeleverde oculairen
bij goed zicht zult zien: