ALU 150/250
NL
62
6.1
Onderhoudsinstructies
Zie afbeelding 22. Controleer een tot meerder ekeren per jaar de volgende
punten, met name als het gaat om het bevestigen, de werking en slijtage of het
monteren van reserveonderdelen.
1.
Bevestiging van de beugels van de rail.
2.
Slang.
3.
Eindstops.
4.
Wielen van de afzuigwagen.
5.
Controleer of de trolley zich probleemloos over de hele lengte van de rail
verplaatst.
6.
Reinig de glijoppervlakken van de afzuigwagen.
7.
Rubberen demper van de afzuigwagen.
8.
Mondstuk.
9.
Controleer of de afzuigslang voldoende zuigkracht heeft.
10.
De werking van de stabilisator, controleer of de slang goed wordt
opgetrokken. Regel zo nodig het hefvermogen van de stabilisator volgens
instructies (zie
6.2.2. Instellen van hijskracht
).
11.
De koord van de stabilisator.
12.
Controleer het functioneren van de ontkoppeling bij systemen met
automatische ontkoppeling.
6.2
De balancer
De balancer is voorzien van een rem die in werking moet zijn zolang de slang
en het mondstuk, na het loskoppelen van de uitlaat van het voertuig, zich
horizontaal langs de vloer bewegen.
6.2.1 Controle en instellen van de remfunctie
Controleer of de rem na 0,1–1,0 m wordt opgeheven voordat het mondstuk
van de vloer loskomt en verticaal wordt opgehesen (zie afbeelding 23, A). Het
opheffen van de rem als de draad de knop in het draadspoor op de trommel van
de balancer indrukt (zie afbeelding 23, B).
Als de rem niet op het juiste moment wordt opgeheven, doe dan het volgende:
a) Stel de maat op de stelmoer van de remband in op 10–12 mm en controleer
dit (zie afbeelding 23, C).
b) Verplaats de draadstop iets omhoog of omlaag.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor persoonlijk letsel en/of beschadiging
aan voertuigen.
De afzuigslang moet rustig en gelijkmatig in de normale positie terugkeren.
Controleer deze functie en pas, indien nodig, de hijskracht van de balancer aan
(zie
6.2.2. Instellen van hijskracht
).
6.2.2 Instellen van hijskracht
Zie afbeelding 24. 1. Voordat de hijskracht ingesteld wordt, moet gecontroleerd
worden of het juiste aantal windingen van de trommel is gerold. Voor een
slangdiameter van 4"–6" worden 3 windingen aanbevolen. Instellen door extra
Summary of Contents for ALU 150
Page 2: ...ALU 150 250 2 ...
Page 5: ...ALU 150 250 5 ...
Page 9: ...ALU 150 250 9 11 12 13 ...
Page 12: ...ALU 150 250 12 16a 120 x 470 mm 4 8x13 120 x 470 4 8x13 16b 16c 18 ...
Page 14: ...ALU 150 250 14 m m 2 1 3 5 2 1 4 6 6 3 1 8 9 2 5 10 11 6 4 7 21 22 ...
Page 15: ...ALU 150 250 15 0 1 1 0 m A 1 0 1 2 m m C B 3 1 2 23 24 ...
Page 16: ...ALU 150 250 16 ...
Page 24: ...ALU 150 250 EN 24 ...
Page 32: ...ALU 150 250 DE 32 ...
Page 40: ...ALU 150 250 ES 40 ...
Page 48: ...ALU 150 250 FR 48 ...
Page 64: ...ALU 150 250 NL 64 ...
Page 80: ...ALU 150 250 SV 80 ...
Page 81: ......
Page 82: ...www nederman com ...