Rail System 920 Touchless
NL
2 Bepaal op basis van de in stap 1 berekende railpo-
sitie, de lengte van het kortste voertuig waarvoor
de unit gebruikt kan worden. Zie
Afbeelding 3
.
3 Stel indien nodig de uiteindelijke plaats van de rail
zo bij dat het past bij het maximum aantal voertui-
gen van verschillende lengtes.
Neem voor technisch advies over de installatie
van de unit contact op met Nederman.
4.5 Installatie van railsecties en ventila-
tor
Kijk in de handleiding 'Montage-instructies, rail' voor
de installatie van het railsysteem en aansluiten van
het afzuigwagentje.
4.6 Telescoopbuis
1 Zie
Afbeelding 4
. Monteer de draaiarm met het
mondstuk aan de telescoopbuis.
2 Draai de twee schroeven helemaal in tot de stop
(zonder kracht te zetten) en dan een halve slag
los.
VOORZICHTIG! Gevaar voor schade aan
het materieel
Zet geen kracht op de schroeven, dan kun-
nen ze afbreken.
3 Zie
Afbeelding 5
. Monteer de hendel volgens (A)
en (B). Duw alle secties van de telescoopbuis in tot
de stoppostitie en bevestig de schroef. De steun-
ring boven de draaiarm moet op de bovenflens
van de hendel rusten om de telescoopbuis op zijn
plaats te houden.
4.7 Installatiecontrolelijst
Wanneer de mechanische assemblage en aansluiting
van de ventilator van het systeem klaar is, is de unit
klaar voor gebruik nadat de volgende punten dubbel
gecontroleerd zijn.
1 Controleer de luchtstroom in de opening van het
mondstuk met een luchtstroommeter.
2 Controleer of er voldoende afzuiging is in de slang
voordat de slang wordt verbonden met de uitlaat-
pijp van het voertuig. Controleer de draairichting
van de ventilator en/of de werking van de smoor-
klep. Indien nodig moet u de installatie van de
startschakelaar van de ventilator controleren.
3 Controleer de werking van de telescoop. Indien
nodig, pas de trekkracht aan.
4 Controleer of het afzuigwagentje makkelijk in de
rails loopt.
4.8 Trekkracht van de lifter instellen
Zie
Afbeelding 6
.
4.8.1 Trekkracht verhogen
Houd de geribbelde knop (A) van de liftertrommel ste-
vig vast en draai de liftertrommel (B) rechtsom voor
een hogere trekkracht.
4.8.2 Trekkracht verlagen
1 Trek een stukje kabel uit de liftertrommel.
2 Houd de liftertrommel (B) stevig vast en verwijder
een of twee slagen van de kabel.
5 Bediening
Het systeem is uitsluitend bedoeld voor stil-
staande voertuigen. Het voertuig mag niet be-
wegen wanneer het mondstuk aangesloten is
op de uitlaatpijp van het voertuig.
! Gebruik beide handen bij het verplaatsen van
het mondstuk en de arm.
Zie
Afbeelding 7
. Druk de blauwe knop (1) op de bo-
venkant van het mondstuk in. Verplaats de arm en het
mondstuk naar de gewenste positie en laat de knop
los. De verbindingsstukken (2) zijn nu in positie ver-
grendeld.
Zie
Afbeelding 8
. De afzuigunit is voorzien van een
mechanische demper. De demper is gesloten wanneer
de hendel op de bovenkant van de afzuigunit naar bui-
ten getrokken is en de telescoopunit naar boven in de
parkeerstand (A) is gezet. Op de hendel zit een stop-
per (B) om onbedoeld afsluiten van de demperfunctie
te verhinderen.
Controleer de positionering van het mondstuk om er
zeker van te zijn dat deze goed is. Het mondstuk moet
iets achter de uitlaatpijp van het voertuig worden ge-
plaatst. Zie
Afbeelding 9
,
Afbeelding 10
en
Afbeel-
ding 11
.
6 Onderhoud
VOORZICHTIG! Gevaar voor schade aan
het materieel
Gebruik uitsluitend originele reserveonderde-
len en accessoires van N
$
e
$
d
$
e
$
r
$
m
$
a
$
n
$
.
Controleer de volgende punten op vastzitten, werking
en slijtage. Doe dit periodiek maar minstens één keer
per jaar en bij het vervangen van onderdelen.
1 Rail
2 Stop van het afzuigwagentje.
3 De wielen van het afzuigwagentje.
4 Controleer of het afzuigwagentje over de hele
lengte van de rail soepel loopt.
5 Controleer de geleiding van het afzuigwagentje op
slijtage. Reinig de geleiding indien nodig.
6 Controleer de rubberen stop van het afzuigwa-
gentje.
32