104
nl Inhoud
nlMontage- en gebruiksaanwijzing
Veiligheidsbepalingen en waarschuwingen 105
Aanwijzingen over de afvoer ......................... 107
Omvang van de levering ................................ 107
Opstellen van het apparaat ........................... 108
Opstellingsafmetingen .................................... 109
Openingshoek deur ........................................ 109
Apparaat horizontaal zetten .......................... 110
Apparaat aansluiten ........................................ 110
Deuren van het apparaat en deurgrepen
demonteren ...................................................... 111
Kennismaking met het apparaat .................. 112
Inschakelen van het apparaat ...................... 114
Temperatuureenheid instellen ....................... 114
Instellen van de temperatuur ........................ 114
Alarm function .................................................. 115
Netto-inhoud ..................................................... 115
De diepvriesruimte .......................................... 115
Maximale invriescapaciteit ............................. 115
Verse levensmiddelen invriezen ................... 116
Supervriezen ..................................................... 116
Ontdooien van diepvrieswaren ..................... 117
De koelruimte ................................................... 117
Superkoelen ..................................................... 117
IJs- en waterdispenser ................................... 118
IJs- en waterafgifte uit- en inschakelen ....... 119
Waterfilter .......................................................... 119
Specificatie- en vermogensgegevens ......... 120
Uitvoering van de diepvriesruimte ............... 121
Uitvoering van de koelruimte ........................ 121
Variabele indeling van de binnenruimte ..... 122
Apparaat uitschakelen en buiten werking
stellen ................................................................ 122
Ontdooien ......................................................... 122
Schoonmaken van het apparaat .................. 123
Verlichting ......................................................... 124
Energie besparen ............................................ 125
Bedrijfsgeluiden ............................................... 125
Kleine storingen zelf verhelpen .................... 126
Zelftest apparaat ............................................. 128
Servicedienst .................................................... 128