nl
70
Bedieningselementen
Afb.
2
Inschakelen van
het apparaat
Afb.
2
Het apparaat met de toets Aan/Uit 1
inschakelen.
Het apparaat begint te koelen.
De verlichting is ingeschakeld wanneer
de deur open is.
Wij adviseren een temperatuurinstelling
van +4 °C voor de koelruimte.
Bewaar gevoelige levensmiddelen niet
warmer dan +4 °C.
Aanwijzingen bij het gebruik
■
Na het inschakelen van het apparaat
kan het een aantal uren duren voordat
de ingestelde temperatuur is bereikt.
Vóór die tijd geen levensmiddelen
in het apparaat leggen.
■
Terwijl de koelmachine loopt, vormen
zich dooiwaterdruppels of een
laagje rijp op de achterwand van
de koelruimte. U hoeft de
dooiwaterdruppels niet af te wissen of
de rijp af te schrapen. De achterwand
wordt automatisch ontdooid.
Het dooiwater loopt via het
afvoergootje naar de koelmachine,
waar het verdampt. Afb.
3
■
De voorzijde van het apparaat achter
de deur wordt gedeeltelijk licht
verwarmd waardoor de vorming van
condenswater in de buurt van
de deurafdichting wordt voorkomen.
Instellen van
de temperatuur
Afb.
2
Koelruimte
De temperatuur is instelbaar van +2 °C
tot +8 °C.
Temperatuur-insteltoets 3 net zo vaak
indrukken tot de gewenste temperatuur
in de koelruimte is ingesteld.
De laatst ingestelde waarde wordt in het
geheugen opgeslagen. De ingestelde
temperatuur wordt aangegeven op de
temperatuurindicatie 4.
1
Toets Aan/Uit
Om het apparaat in en uit
te schakelen.
2
Toets „super”
Dient voor het inschakelen van
de functie superkoelen
(zie het hoofdstuk Superkoelen).
3
Temperatuurinsteltoets
Met deze toets wordt de
temperatuur ingesteld.
4
Temperature display
De cijfers komen overeen
met de ingestelde temperaturen
in de koelruimte in °C.
5
Alarmtoets
Om het alarmsignaal uit te
schakelen (zie hoofdstuk „Alarm
function”).
Summary of Contents for KI12 Series
Page 79: ...1 2 C Alarm Super 1 2 3 4 5 Super Alarm...
Page 80: ...3 4 5 6 7 8...
Page 81: ...9...
Page 82: ...FD Nr E Nr...