nl
104
Energie besparen
■
Het apparaat in een droge, goed te
ventileren ruimte plaatsen!
Het apparaat niet direct in de zon of in
de buurt van een warmtebron plaatsen
zoals een verwarmingsradiator of een
fornuis.
Gebruik eventueel een isolatieplaat.
■
Een nisdiepte van 560 mm
aanhouden.
Een kleinere nisdiepte leidt tot een
hoger energieverbruik.
■
Warme gerechten en dranken eerst
laten afkoelen, daarna in het apparaat
plaatsen.
■
Diepvrieswaren in de koelruimte
leggen om ze te ontdooien en de kou
van de diepvrieswaren gebruiken
om andere levensmiddelen te koelen.
■
Deuren van het apparaat zo kort
mogelijk openen.
■
Een laag rijp of ijs in de
diepvriesruimte regelmatig laten
ontdooien.
Een laag rijp of ijs vermindert de
afgifte van koude aan de
diepvrieswaren en verhoogt het
energieverbruik.
■
Let erop dat de deur van het
diepvriesruimte goed gesloten is.
■
Om een verhoogd stroomverbruik te
vermijden, dient de achterkant van het
apparaat af en toe gereinigd te
worden.
■
De ordening van de uitrustingsdelen
heeft geen invloed op de
energieopname van het apparaat.
Bedrijfsgeluiden
Heel normale geluiden
Brommen
De motoren lopen (bijv. koelaggregaten,
ventilator).
Borrelen, zoemen of gorgelen
Koelmiddel stroomt door de buizen.
Klikgeluiden
Motor, schakelaar of magneetventielen
schakelen in/uit.
Voorkomen van geluiden
Het apparaat staat niet waterpas
Het apparaat met behulp van een
waterpas stellen. Leg er zo nodig iets
onder.
Reservoirs of draagplateaus wiebelen
of klemmen
Controleer de delen die eruit gehaald
kunnen worden en zet ze eventueel
opnieuw in het apparaat.
Flessen of serviesgoed raken elkaar
De flessen of het serviesgoed los van
elkaar zetten.