nl
92
Kennismaking met
het apparaat
De laatste bladzijde met de afbeeldingen
uitklappen. Deze gebruiksaanwijzing
is op meer dan één type van toepassing.
De uitrusting van de modellen kan
variëren.
Kleine afwijkingen in de afbeeldingen zijn
mogelijk.
Afb.
1
* Niet bij alle modellen.
Bedieningselementen
Afb.
2
1-9
Bedieningselementen
10 * Ventilator
11
Verlichting
12
Glasplateau in de koelruimte
13
Uittrekbaar glasplateau
14
Groentelade
15 * Bessenlade
16
Diepvrieskalender
17
Diepvrieslade
18
Boter en kaasvak
19
Voorraadvak in de deur
20 * Vario-deurplateau
21
Vak voor grote flessen
A
Koelruimte
B
Diepvriesruimte
1
Toets Aan/Uit
Om het hele apparaat in en uit
te schakelen.
2
Toets „super” (Diepvriesruimte)
Om het supervriessysteem in en
uit te schakelen.
3
Temperatuurinsteltoetsen
diepvriesruimte
Met deze toetsen wordt de
temperatuur van de
diepvriesruimte ingesteld.
4
Temperatuurindicatie
Diepvriesruimte
De cijfers komen overeen met
de ingestelde temperaturen
in de diepvriesruimte in °C.
5
Alarmtoets
Om het alarmsignaal uit te
schakelen (zie hoofdstuk „Alarm
function”).
6
Holiday-toets
Dient voor het in- en uitschakelen
van de Vakantie-modus (zie het
hoofdstuk Vakantiemodus).
7
Temperatuurinsteltoetsen
koelruimte
Met deze toetsen wordt de
temperatuur van de koelruimte
ingesteld.
8
Temperatuurindicatie
Koelruimte
De cijfers komen overeen met
de ingestelde temperaturen in
de koelruimte in °C.
9
Toets „super” (Koelruimte)
Om het superkoelsysteem in en
uit te schakelen.