nl
Apparaat bedienen
50
1
Apparaat bedienen
Apparaat bedienen
In dit hoofdstuk leest u hoe u de kookzones kunt
instellen. In de tabel vindt u kookstanden en
bereidingstijden voor verschillende gerechten.
Kookplaat in- en uitschakelen
U schakelt de kookplaat met de hoofdschakelaar in en
uit.
Inschakelen
Symbool
#
aanraken. Er klinkt een signaal. De
indicatie
A
boven de hoofdschakelaar is verlicht. De
indicaties van de bedieningsvlakken en de
kookstandindicaties
‹
zijn verlicht. De kookplaat is
klaar voor gebruik.
Uitschakelen
Raak het symbool
#
aan tot de indicatie
A
boven de
hoofdschakelaar en de indicaties uitgaan. Alle
kookzones zijn uitgeschakeld. De restwarmte-indicatie
blijft verlicht totdat de kookzones voldoende zijn
afgekoeld.
Aanwijzingen
■
De kookplaat gaat automatisch uit wanneer alle
kookzones een bepaalde tijd (10-60 seconden)
uitgeschakeld zijn.
■
De instellingen blijven gedurende de eerste
4 seconden na het uitschakelen bewaard. Wanneer
u in deze tijd de kookplaat opnieuw inschakelt,
treedt deze in werking met de vorige instellingen.
Kookzone instellen
Met de twist-knop stelt u de gewenste kookstand in.
Kookstand 1 = laagste vermogen
Kookstand 9 = hoogste vermogen
Elke kookstand heeft een tussenstand. Deze is
aangeduid met een punt.
Kookstand instellen
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1.
Kies de kookzone. Raak hiervoor de twist-knop in
het gebied van de gewenste kookzone aan.
2.
Verdraai de twist-knop in de volgende 10 seconden
tot in de kookstandindicatie de gewenste kookstand
verschijnt.
De kookzone is ingeschakeld.
Kookstand wijzigen:
De kookzone kiezen en de nieuwe kookstand instellen.
Kookzone uitschakelen:
De kookzone kiezen en op
‹
zetten. Na ongeveer
10 seconden verschijnt de restwarmte-indicatie.
Kooktabel
In de volgende tabel vindt u enkele voorbeelden.
De bereidingstijden en kookstanden zijn afhankelijk van
de aard, het gewicht en de kwaliteit van de gerechten.
Daarom zijn afwijkingen mogelijk.
Gebruik voor het aan de kook brengen kookstand 9.
Dikvloeibare gerechten af en toe roeren.
Levensmiddelen die snel en heet worden aangebraden
of waarbij tijdens het aanbraden veel vloeistof uittreedt,
het beste in meerdere kleine porties aanbraden.
Tips voor energiebesparend koken vindt u in het
Doorkook-
stand
Doorkookduur
in minuten
Smelten
Chocolade, couverture
1-1.
-
Boter, honing, gelatine
1-2
-
Verwarmen en warm houden
Eenpansgerecht (bijv. linzenscho-
tel)
1-2
-
Melk**
1.-2.
-
Worstjes in water verwarmen**
3-4
-
Ontdooien en opwarmen
Spinazie diepvries
2.-3.
10-20 min.
Goulash diepvries
2.-3.
20-30 min.
Gaar stoven, zachtjes laten ko-
ken
Knoedels, balletjes
4.-5.*
20-30 min.
Vis
4-5*
10-15 min.
Witte sauzen, bijv. bechamelsaus 1-2
3-6 min.
Geklopte sauzen, bijv. saus Bear-
naise, saus Hollandaise
3-4
8-12 min.
Koken, stomen, stoven
Rijst (met dubbele hoeveelheid
water)
2-3
15-30 min.
Rijstepap
1.-2.
35-45 min.
Aardappels in de schil
4-5
25-30 min.
Gekookte aardappels
4-5
15-25 min.
Deegwaren, pasta
6-7*
6-10 min.
Eenpansgerecht, soepen
3.-4.
15-60 min.
* Doorkoken zonder deksel
** Zonder deksel
*** Meerdere malen keren