De handleiding
(28 massief dak)
Belangrijk!!! Alle schroefverbindingen moeten worden
voorgeboord!!!
1.
Leg de onderleggers volgens de tekening uit en verbind ze vast
met de ondergrond. Leg de onderleggers vlak en haaks!
2.
Begin met de halve frontdelen en de halve achterwanddelen.
De halve delen met spax-schroeven
voorgeboord op de onderleggers vastschroeven. Stapel de
achterwand, de zijwand en de frontdelen op. Zet daarbij elk
deel in de hoeken van het huisje met spax-schroeven vast
(wijze van schroeven zie detailfoto). Nu kan men bij
verschillend brede fronten van het huisje bepalen waar de deur
moet komen. Dat is afhankelijk van het feit of u de smalle
fronten links- of rechtsvoor monteert.
3.
Breng de voetgordingen aan en schroef ze vast.
Als u geen luifel aan uw huisje wilt maken, moet u nu de
voetgordingen aan de voorkant afzagen.
4.
Plaats de topgevels en schroef ze met spax-schroeven vast
zoals aangegeven in het getekende detail.
5.
De nokgording (P+Q) in elkaar zetten en met 20 spax-
schroeven aan de overlapping vastschroeven.
Plaats de nokgording in de uitsparingen van de topgevels.
De overstek naar voren dient 250 mm te bedragen.
Vastschroeven vlg. de detailfoto.
Voor zover pos. O vlg. de stuklijst voorhanden is: Bevestig de
hoekjes aan de topgevels zoals weergegeven in het detail
met spax-schroeven (op een afstand van
95
mm van boven).
Op deze hoekjes worden de tussengordingen (pos. O)
geschroefd met spax-schroeven . De tussengordingen
dienen in het midden tussen de voetgordingen en de
nokgording te lopen.
6.
6.1 Aanbrengen dakbeschot. Begin aan de voorkant gelijk met
de nokgording. De eerste plank wijst met de zijde van de
groef naar voren. Het dakbeschot wordt op de gordingen en de
topgevels vastgespijkerd.
TIP: Breng na de montage van de eerste plank voor als
montagehulp ook aan de achterkant de laatste plank
aan en span tussen beide een draadje over het midden van het
dak. Langs dit draadje kunt u de resterende
dakplanken uitlijnen.
Daarmee is gegarandeerd dat u het dak recht legt.
Zaag de laatste plank achter vlak met de nokgording af resp.
zaag de gordingen vlak met de dakplanken af.
7.
7.1 Breng de windveren zodanig aan dat ze in de lengte de
dakplanken afdekken.
7.2 Een deel van de daklatten als vullatten van onderen tegen
het dakbeschot schroeven. De vullatten moeten over de
gehele lengte van het dak zijn bevestigd. Leg nu de
dakbedekking.
7.3 Leg de resterende daklatten als dakleerlatten achter de
windveren.
8.
Leg de vloerplanken. Verbind de planken met dubbele spijkers
met de onderleggers.
Zaag de laatste vloerplank op maat. Let er daarbij op om
tussen de achterwand en de vloer een expansievoeg van
ca. 1 cm te laten.
9.
Omdat de voetgordingen bestaan uit een voorste en een
achterste deel, ontstaat er tussen beide delen een naad. Deze
overdekt u van binnen met de voetgordingafdekking: eenvoudig
in het midden over de naad schroeven, met in totaal
spax-schroeven .
Als laatste schroeft u van buiten het onderste deel van elke
wand vast aan de vloer/onderlegger.