171
NL
Opmerking: “
” dit geeft de fabrieksinstelling weer.
Opmerking (1): Stelt automatisch de benodigde kracht af waarbij een minimumniveau gegarandeerd blijft.
Opmerking (2): Stelt automatisch de benodigde kracht af.
Alle parameters kunnen naar believen zonder enige contra-indicatie worden afgesteld; alleen het afstellen van de “Gevoeligheid van het sys-
teem voor obstakeldetectie” en de “Aansturing motorkracht” zou enige nadere aandacht kunnen vereisen:
• Het is ten sterkste af te raden hoge krachtwaarden te gebruiken om het feit te compenseren dat de vleugel punten met een hoge wrijvings-
waarde heeft; een te grote kracht kan afbreuk doen aan de werking van het veiligheidssysteem of schade aan de vleugel toebrengen.
• Als de controle van de “Gevoeligheid van het systeem voor obstakeldetectie” gebruikt wordt als hulpmiddel voor het systeem de stoot-
kracht bij botsing te beperken dient na elke afstelling de kracht opnieuw gemeten te worden, zoals de norm EN 12445 dat voorschrijft.
• Slijtage en weersinvloeden zijn van invloed op de manoeuvre van de poort; zo af en toe dient de afstelling van de kracht opnieuw gecon-
troleerd te worden.
Gedeeltelijke
opening
Onderhouds-
waarschuwing
Lijst anoma-
lieën
L1
L2
L3
L4
L5
L6
L7
L8
L1
L2
L3
L4
L5
L6
L7
L8
L1
L2
L3
L4
L5
L6
L7
L8
0,5 mt
1 mt
1,5 mt
2 mt
2,5 mt
3 mt
3,4 mt
4 mt
Automatisch (op basis van de zwaarte van
de manoeuvres)
2.000
4.000
7.000
10.000
15.000
20.000
30.000
Uitkomst 1
ste
manoeuvre (de meest recente)
Uitkomst 2
de
manoeuvre
Uitkomst 3
de
manoeuvre
Uitkomst 4
de
manoeuvre
Uitkomst 5
de
manoeuvre
Uitkomst 6
de
manoeuvre
Uitkomst 7
de
manoeuvre
Uitkomst 8
ste
manoeuvre
Led ingang
Parameter
Led (niveau)
waarde
Beschrijving
Stelt de mate van gedeeltelijke opening af. De
gedeeltelijke opening kan met een 2de radio-
instructie of met “SLUIT” worden aange-
stuurd; als die functie er is, wordt “Sluit”
“Open gedeeltelijk”.
Stelt het aantal manoeuvres af waarna het
verzoek voor onderhoud van de automatise-
ring gesignaleerd moet worden (zie para-
graaf “7.4.4 Onderhoudswaarschuwing”).
Hiermee kan het type anomalieën dat tijdens
de laatste 8 manoeuvres opgetreden is,
geverifieerd worden (zie paragraaf “7.6.1
Historie anomalieën”).
L6
L7
L8
7.2.4) Programmering tweede niveau (instelbare parameters)
In de fabriek worden alle instelbare parametersfuncties ingesteld zoals in tabel 9 wordt aangegeven met: “
” maar die kunnen op elk gewenst
moment worden gewijzigd zoals in tabel 10 is aangegeven. Let bij het uitvoeren van deze procedure goed op, want er is een tijdlimiet van 10s
tussen het moment waarop u op de ene toets en vervolgens op de andere drukt; wanneer deze limiet overschreven wordt zal de procedure
automatisch beeindigd worden waarbij de wijzigingen dit tot dat moment aangebracht zijn, in het geheugen worden opgeslagen.
1.
Druk op de toets
[Set]
en houd die ongeveer 3s ingedrukt
3s
2.
Laat de toets
[Set]
los wanneer het ledlampje L1 begint te knipperen
L1
3.
Druk op de toetsen
[
▲
]
of
[
▼
]
om het knipperende ledlampje te verplaatsen op het “ledlampje ingang”
dat de te wijzigen parameter vertegenwoordigt
of
4.
Druk op de toets
[Set]
en houd die ingedrukt; de toets
[Set]
dient tijdens de stappen 5 en 6
voortdurend ingedrukt te blijven
5.
Wacht ongeveer 3s waarna dat ledlampje zal gaan branden dat het actuele niveau van de te wijzigen
parameter vertegenwoordigt
6.
Druk op de toetsen
[
▲
]
of
[
▼
]
om het ledlampje dat de waarde van de parameter vertegenwoordigt,
te verplaatsen.
of
7.
Laat de toets
[Set]
los
8.
Wacht 10s om de programmering wegens het verstrijken van de maximale tijdsduur te verlaten.
10s
N.B.: de punten 3 tot 7 kunnen tijdens dezelfde programmeringsfase herhaald worden om nog meer parameters in te stellen
Tabel 10: voor het wijzigen van instelbare parameters
Voorbeeld
SET
SET
SET
SET